Gezien op donderdag, 6 oktober 2022 in het Mauritshuis in Den Haag:
Johannes Vermeer – Officer and Laughing Girl.
In de tentoonstelling “Manhattan Masters” zijn tot 15 Januari 2023 in
het Haagse Mauritshuis tien topstukken van Hollandse meesters te bewon-
deren uit de Frick Collection in New York. Waaronder het prachtige
Officer and Laughing Girl van Johannes Vermeer uit 1657.
“Would you believe
in a love at first sight ?
Yes, I’m certain that
it happens all the time”
Lennon/McCartney
Samen met de Vrouw met Waterkan in het Metropolitan Museum behoort Of-
ficer and Laughing Girl voor mij tot de twee mooiste van de acht Ver-
meers in New York. In mei 2000 ondernam ik met een bevriende kunstenaar
uit Arnhem, Henk van den Heuvel, een trip naar New York om daar alle
Vermeers te gaan zien. De Frick Collection is als het ware het “Maurits-
huis van New York”; een zorgvuldig bijeenverzamelde collectie van lou-
ter topstukken in de voormalige stadsresidentie van de steenrijke in-
dustrieel en kunstverzamelaar Henry Clay Frick aan Fifth Avenue.
In deze kleine tentoonstelling van tien meesterwerken komt een Vermeer
het mooist tot zijn recht.
Wat me altijd weer frappeert bij het zien van een echte originele Vermeer
is die “aanwezigheid”, die je in reproducties niet voelt. Het gevoel dat
je naar een “allesbeslissend moment“ staat te kijken: liefde op het eer-
ste gezicht. Wat mij verder opviel waren de koele blauwige tinten in de
witgepleisterde achtergrondmuur, die een grote rol spelen in de werking
van het licht. Vermeer laat de warme huidtinten van het meisje mooier
uitkomen tegen de koele muurtinten. Subtiele contrasten tussen geel en
blauw als warme en koele kleuren. Deze gevoelige weergave van het licht
in dit schilderij laat zich in reproducties niet terugzien. De hooglich-
ten in het raamkozijn en de hoofddoek hebben de gelige gloed van direct
zonlicht, maar verbleken in reproducties in gewoon wit.
Als geen ander weet Vermeer het meisje bij het raam in het volle hoofd-
licht te zetten en haar zo te laten stralen. Hoewel ze veel kleiner is
afgebeeld dan de dominerende schaduwfiguur van de officier, die ook nog
als een repoussoir werkt, trekt ze in het volle licht toch alle aandacht
naar zich toe. Bij Vermeer zijn mannelijke en vrouwelijke energie zeld-
zaam volmaakt in balans. Het verdwijnpunt van het perspectief ligt pre-
cies op de lijn waar de blikken van de man en het meisje elkaar kruisen,
waardoor de blik van de beschouwer als zo vaak bij Vermeer in het schil-
derij wordt gezogen. De overdreven proporties van de figuren doen een he-
dendaagse fotograaf meteen denken aan de beeldvertekening en dieptewer-
king van een groothoeklens. Een van de vele aanwijzingen dat Vermeer ge-
bruik moet hebben gemaakt van lenzen, spiegels en een camera obscura.
De scene die zich afspeelt tussen de man en het meisje is, zoals zo vaak
bij Vermeer, voor meerdere interpretaties vatbaar. Duidelijk is dat er
liefde in de lucht hangt. Het halfopenstaande raam en de halfgeopende
hand van het meisje. Blikken die elkaar recht in de ogen kijken. Zon-
licht dat naar binnen stroomt. Zelf moet ik aan een boektitel van Toer-
genjev denken “Eerste Liefde, Als Lentestromen”.
Die flits, dat unieke moment van liefde op het eerste gezicht. Anderen
zien er juist een subtiele verwijzing naar betaalde liefde in, een her-
berg annex bordeelscene, ontleend aan zijn tijdgenoot Pieter De Hooch.
Ieder kan er zijn eigen verhaal in zien. It’s all in the eye of the be-
holder. Maar het zijn niet emoties, maar dat onvergelijkelijk mooie
licht, dat een Vermeer tot leven brengt en het meisje laat stralen en
fonkelen als een juweel. Een mooi, jong meisje in het licht bij het raam,
aan dat gegeven heeft de kunstenaar Vermeer duidelijk zijn hart verpand.
Zij is de stralende ster in zijn kleine universum, waar hij alles omheen
laat draaien, als planeten en manen in een zonnestelsel.
Geliefden hebben soms de ervaring alsof ze elkaar al hun hele leven ken-
nen, ook al hebben ze elkaar nog maar net ontmoet. Alsof alles ineens
als vanzelfsprekend op de juiste plek valt en met elkaar verbonden
wordt. Die ervaring heb ik altijd als ik voor een echte Vermeer sta.
“On ne peut que répondre ces choses de l’amour par l’amour” (Marcel
Brion).
Persoonlijk zie ik liever één Vermeer op een rustige doordeweekse dag in
een kleiner museum als het Mauritshuis in Den Haag, Kenwood House bij
Londen of de Frick Collection in New York. De zalen in deze musea hebben
nog de intiemere setting van een woonvertrek in een voormalig aristocra-
tisch woonhuis, waar de Vermeer-schilderijen oorspronkelijk ook voor
bedoeld zijn en het best tot hun recht komen. Het Mauritshuis is in
mijn ogen het ultieme Vermeer-museum. Een Vermeer-schilderij als Offi-
cer and Laughing Girl laat zich het beste savoureren met één tegelijk.
Vermeer gaat over kwaliteit, niet over kwantiteit. Elke Vermeer is een
wereld in zichzelf om langzaam op je in te laten werken en te ontdekken.
Wat voor soort man was Vermeer ? De lach in het oeuvre van Vermeer.
Vermeer wordt vaak op zeer serieuze toon geroemd om zijn licht, stilte en
concentratie. Als een mysterieuze, ongrijpbare kunstenaar. Maar had hij
ook niet een speelse, lichtvoetige, aardse kant ? Viel er ook veel te
lachen in huize Vermeer ? Had hij humor ? Was hij gelukkig in de liefde ?
Was hij een levensgenieter ? Ik ben geneigd te zeggen: ja zeker !
De stralende lach van het lachende meisje in Vermeer’s Officer and Lau-
ghing Girl is wellicht de meest overtuigende lach in zijn oeuvre. Vermeer
bezat beslist het vermogen verliefd te worden op een meisjeslach. Maar er
wordt verrassend veel gelachen in zijn verstilde schilderijen: bijvoor-
beeld in de Koppelaarster in Dresden, waar hij zichzelf links lachend
heeft afgebeeld, In de Gitaarspeelster in Kenwood en de Dame in het
Wijnglas uit Braunschweig. Zowel in de voor Vermeer’s doen uitbundige
Koppelaarster-bordeelscene is een glimlach te zien op het gezicht van
de dame van lichte zeden als zelfs bij de Dame met Weegschaal in
Washington in het aangezicht van het Laatste Oordeel. Dezelfde glimlach
in een totaal verschillende scene in een heel ander licht, sfeer en set-
ting. Alsof hij zich met een soort sto’ïcijnse gelijkmoedigheid en inner-
lijke rust verhield met de licht- en schaduwzijden van het leven. Geboren
met een blijmoedig soort van een “satisfied mind”. Een ingetogen levens-
genieter. Maar zeker zullen we het nooit weten. Schilderijen vertellen
nooit het hele verhaal over het karakter van de kunstenaar precies zoals
hij zelf in werkelijkheid was. Misschien kon Vermeer zich vooral verlie-
zen in de lach van zijn mooie, jonge en goedlachse vrouw Catharina en
was zij het vooral die de bron van zijn levensvreugde was. Feit is dat
in bijna elke Vermeer een mooie jonge vrouw het kloppende hart ervan is.
Vermeer was vooral een vrouwenschilder. Voor mij straalt Vermeer een
soort stille levensvreugde uit, heel anders dan de sombere “Memento
Mori”-stillevens van tijdgenoten als Claesz en Heda.
Binnen kunstenaarsvereniging Pulchri kreeg de bekende Haagse School land-
schapsschilder J.H. Weissenbruch vanwege zijn opgewekte karakter de veel-
zeggende bijnaam ‘de vrolijke Weiss’. (Weissenbruch was overigens ook
een liefhebber van Vermeer). Deze karaktertrek is niet rechtstreeks aan
de landschappen van Weissenbruch af te lezen. Iets dergelijks lijkt mij
aan de hand met Vermeer. Een verstilde, bespiegelende, contemplatieve
versie van levensgeluk en levensvreugde. Wat zijn karakter ook was, hij
heeft de wereld een kunstschat nagelaten, die doortrokken is van een
diepe innerlijke schoonheid, harmonie en vrede, die de gewone alledaagse
momenten van het huiselijke leven die hij afbeeldt, verre overstijgt.
Je hoeft alleen maar zijn Officer and Laughing Girl te zien, om te voelen
dat hij zeker de gelukservaring van de echte liefde heeft gekend. “The
look of love is in your eyes”.
Hoge resolutie afbeeldingen van het Google Art Project gelden als de bes-
te online afbeeldingen van Vermeer-schilderijen, die vrij op Internet te
downloaden zijn. Men zou kunnen zeggen dat zelf foto’s maken in een Ver-
meer-tentoonstelling hiermee dus overbodig geworden is. Niets is minder
waar. De Google-afbeelding rechts van Vermeer’s Officer and Laughing
Girl” is weliswaar scherp, maar mist volkomen de koele blauwtinten in de
witgepleisterde muur op de achtergrond, die in mijn zelfgemaakte uit de
hand geschoten opname toch duidelijk te zien zijn. In de witte linnen
hoofddoek van het meisje zijn met het blote oog heel tere nuances van
warm-geel lentezonlicht en koel-blauwige schaduwen te zien, die de ca-
mera niet “pakt”, en die als kleurloos neutraal “wit” in de opname ver-
schijnen. Als je naar het originele schilderij kijkt, kun je bij een
Vermeer-interieur vaak zien, hoe het weer buiten is. In dit geval gelig
direct binnenvallend ochtend-zonlicht en een blauwe lucht. Een blauwe
lucht geeft namelijk ook binnen blauwige schaduwen. Ik spreek uit er-
varing, ik zie dit licht in mijn eigen “Vermeer”- atelier. Veel van
Vermeer’s meesterschap in de weergave van het licht gaat in fotografi-
sche reproducties verloren. In het originele schilderij kun je de
schilder Vermeer zien “denken met zijn ogen”. Bijvoorbeeld hoe hij
kleuren zorgvuldig op elkaar afstemt en laat “rijmen”als een dichter.
De rode blosjes op haar wangen vormen een kleurecho met de rode jas van
de Officier. Het blauw van haar rok komt terug in de landkaart en het
koele licht op de gekalkte muur. Het geel van haar jakje, in de land-
kaart en het kozijn van het raam. Vermeer denkt vaak in geel-blauw-rood
kleurakkoorden tussen de uitersten van zwart en wit. Elke kleur vindt
haar kleurecho’s in de bezonken schaduwtonen, middentonen en hooglichten
van het schilderij. Het zijn de kleuren die zijn licht in volmaakte
harmonie tot leven brengen.
De wandkaart van Holland en West Friesland in het schilderij Officer and
Laughing Girl van Vermeer was van de hand van Balthasar Florisz. van
Berckenrode en dateert uit 1620. Een origineel van de landkaart bevindt
zich in de collectie van het West-Fries Museum in Hoorn, maar verkeert
in uiterst kwetsbare conditie. Een tweede druk, uitgegeven door Willem
Blaeu in 1621, droeg de titel “Nova et Accurata Totius Hollandiae West-
friesiaeq. Topographia, Descriptore Balthazaro Florentio a Berke[n]rode
Batavo”. Vermeer moet een exemplaar ervan in zijn eigen collectie hebben
gehad (of de eerste versie uitgegeven door Van Berckenrode). Zeventiende
eeuwse wandkaarten van Holland hebben een oost-west oriëntatie, waar we
tegenwoordig gewend zijn aan de noord-zuid projectie. Hierdoor lijkt het
alsof Holland in liggend formaat is afgebeeld en niet in het ons ver-
trouwde rechtop staande formaat.
Deze “Berckenrode”- wandkaart van Holland is op drie schilderijen van
Vermeer te zien. Als eerste op de Officer and Laughing Girl in de Frick
Collectie in New York, vervolgens in de Brieflezende Vrouw in Blauw in
het Rijksmuseum, en ook in de late Liefdesbrief van Vermeer, eveneens
in het Rijksmuseum. Dezelfde kaart, maar in elk schilderij steeds to-
taal verschillend van uiterlijk
Tegelijk met de tentoonstelling Manhattan Masters, was de expositie
Flash Back nog te zien van hedendaagse Nederlandse topfotografen, die in
dialoog gaan met de oude meesters van het Mauritshuis. Mijn favoriet als
Vermeer-liefhebber was de foto “Julia” van fotografe Rieneke Dijkstra;
een meisje in gedachten verzonken in het licht van het schermpje van
haar telefoon. Het lezen van een appje op haar telefoon is de heden-
daagse versie van de brief die de Briefschrijvende Dame van Ter Borch
aan het schrijven is. Net als Vermeer in zijn Officer and Laughing
Girl, werkt Rieneke Dijkstra hier met koele en warme kleurtoon-
contrasten tussen de koelgrijze muur en haar warme huidtinten.
Een zeer geslaagde foto van topfotograaf Anton Corbijn geïnspireerd op
een schilderij van Rembrandt van twee zwarte jongens. De foto van Cor-
bijn is in zijn eigen kenmerkende stijl van harde zwart-wit licht-
donker contrasten, een fotografisch equivalent van Rembrandt’s clair-
obscur. Een krachtig beeld van sublieme eenvoud.
Waar het Gezicht op Delft van Vermeer oplicht als een visioen van
licht en kleur, van vrede, harmonie en voorspoed, als het doorbreken
van de zon na een hevige onweersbui, oogt het hedendaagse gezicht op
Delft van fotograaf Vincent Mentzel als een grauw, grimmig en duister
oorlogstafereel na een verwoestend bombardement……
Op YouTube is deze video “Johannes Vermeer, “Officer and laughing
Girl” te zien, gemaakt door de Frick Collection in New York:
Een song, die dicht bij de ervaring van zo’n beslissend moment als
“liefde op het eerste gezicht” komt, is “The First Time Ever I Saw
Your Face”, een Engelse folk song uit 1957, hier in de beroemde
vertolking van Roberta Flack uit 1972: