Maandelijks archief: januari 2019

Vermeer en de Utrechtse Caravaggisten

Gezien op zaterdag 12 januari 2019 in het Centraal Museum in Utrecht de
tentoonstelling “Utrecht, Caravaggio and Europe” over Caravaggio en de
Utrechtse Caravaggisten.

“Every moment
of light and dark
is a miracle”
Walt Whitman

De Italiaanse schilder Michelangelo Merisi da Caravaggio (1571-1610)
geldt als een van de invloedrijkste schilders aller tijden en als
“uitvinder” van het clair-obscur.

Ook Vermeer liet zich in zijn vroegst bekende werk “ Christus in het
Huis van Martha en Maria” uit Edinburgh inspireren door de Italiaanse
schilder Caravaggio. Het licht van Caravaggio kenmerkt zich door sterke
en dramatische licht-donker contrasten (clair-obscur) en diepe scha-
duwen. Vermeer was op zoek naar een ander licht, en maakte zich al
snel los van de invloed van Caravaggio, zoals Fabritius, mogelijk de
leermeester van Vermeer, zich ook onttrok aan de invloed van diens
leermeester Rembrandt. Vermeer wilde het licht ook laten stralen tot
diep in zijn schaduwen.

De invloed van Caravaggio op de jonge Vermeer kwam waarschijnlijk
tot hem via de Utrechtse Caravaggisten: Gerard van Honthorst,
Hendrick Ter Brugghen en met name Dirck van Baburen. Schilders, die
zich in Italië hadden gelaafd aan de schilderijen van Caravaggio.
Vermeer is net als Rembrandt en Frans Hals nooit in Italië
geweest.

Zijn schoonmoeder Maria Thins had een Baburen-schilderij “De
Koppelaarster” in haar privécollectie, dat Vermeer twee keer heeft
weergegeven in “ Het Concert” uit Boston en de “Zittende Clavecimbel-
speelster” uit Londen.
Het originele schilderij van Baburen is bewaard gebleven en bevindt
zich in het Museum of Fine Arts in Boston.

Baburen schildert in grote vereenvoudigde vlakken in heldere
krachtige composities, een kwaliteit die Vermeer in diens werk zeer
gewaardeerd moet hebben. Overbodige details verdwijnen in de kunst
van het weglaten.

Gerard van Honthorst schilderde net als Vermeer ook een Koppelaar-
ster, uit de eigen collectie van het Centraal Museum in Utrecht.
Een schilderij met sterke licht-donker contrasten en het licht
volgt het verlangen van de jonge man.

Bij Hendrick Ter Brugghen is vooral de Fluitspeler uit Kassel
thematisch gelinkt aan Vermeer. Vermeer schilderde ook een Meisje
met Fluit uit Washington, al is die toeschrijving niet unaniem.
De meeste stukken met fluitspelers beelden het fluitspelen af;
bij Vermeer ligt de fluit losjes onbespeeld in haar hand en is
haar aandacht gericht op de beschouwer. Vermeer beeldt vaak juist
het moment van stilte uit, vlak vóór of ná een activiteit.

Mijn favoriete schilderij van Hendrick Ter Brugghen in de tentoon-
stelling is de “Saint Sebastian Tended by Saint Irene” uit het
Allen Memorial Art Museum in Oberlin, Ohio.

De franse schilder Georges de la Tour (1593-1652) is voor mij de
“Vermeer” onder de navolgers van Caravaggio. Zijn verstilde
nachtelijke kaarslichtscenes komen nog het dichtst bij de stilte
van de heldere daglicht-scenes van Vermeer. Beroemd zijn de
“Madeleines” van De la Tour uit het Louvre en het Metropolitan.
Mogelijk geïnspireerd op de “Saint Jerome in Meditation” van
Caravaggio.

Een andere interessante overeenkomst tussen Vermeer en Caravaggio
is dat beiden in verband worden gebracht met een mogelijk gebruik
van de Camera Obscura. Bij Caravaggio zijn soms in de verflaag met
de achterkant van een penseel ingekraste contourlijnen in de verflaag
zichtbaar, om de positie van een figuur in de lichtprojectie van de
camera obscura snel vast te leggen als houvast voor het uitwerken.
Dat zijn precies de fysieke kenmerken die je bij het schilderen van
geprojecteerde lichtbeelden met behulp van een camera obscura zou
kunnen verwachten. Naar verluidt schilderde Caravaggio zijn figuren
in zijn atelier aangelicht door fel zonlicht door een opening in het
plafond.

In deze YouTube-video een fragment uit “Secret Knowledge” van David
Hockney waarin hij experimenteert met opstellingen waarin
Caravaggio met een Camera Obscura gewerkt zou kunnen hebben,
(vanaf 5:35, Italiaanse ondertitels):

Zonlicht geeft precies dat harde licht-donker contrast
en donkere schaduwen die het licht van Caravaggio kenmerken.
Zonlicht was in die tijd de krachtigste lichtbron en het meest
ideaal als lichtbron voor een Camera Obscura.

De verbeeldingskracht van Rembrandt heeft het Clair-obscur van
Caravaggio naar een nog hoger level getild. Beiden schilderden een
versie van “Abraham offert Isaac” (Hermitage Petersburg-Uffizi
Florence),
Bij Caravaggio is de scene een soort tableau vivant met levende
kostuummodellen, die hij naar de waarneming schilderde; bij
Rembrandt is de scene meer vanuit de verbeeldingskracht gecreëerd.
Alleen al de keuze van het formaat versterkt het drama, maar ook
de orkestratie van het licht. Het hoofdlicht ligt op de kwetsbare
keel van de onschuldige jongen en hoe de vader het gezicht van
zijn zoon met zijn hand bedekt maakt het beeld veel dramatischer
en gelaagder. Maar Rembrandt stond met zijn Clair-Obscur wel op
de schouders van Caravaggio.

Op YouTube is een trailer van de “Utrecht Caravaggio en Europa”
tentoonstelling te zien van het Centraal Museum:

In 2017 was in de National Gallery in Londen ook een
tentoonstelling “Beyond Caravaggio”.
Hier de trailer op YouTube: