In 2013 was in de National Gallery in Londen een mooie kleine tentoon-
stelling te zien: “Vermeer & Music – The Art of Love and Leisure” met
Vermeer-schilderijen van op muziek geïnspireerde taferelen, waaronder de
zelden uitgeleende Gitaarspeelster uit Kenwood House bij Londen.
“Music finds her way
into the secret places
of the soul”
Plato
Mooie jonge musicerende vrouwen waren een geliefd onderwerp voor Vermeer.
Hun muziekinstrumenten zijn vaak kunstwerken op zichzelf, met name de
Rückers-clavecimbels uit Antwerpen.
Muziek is voor Vermeer een uiting van liefde in de geest van Shakespeare:
“If music be the food of love, play on”. Voor Vermeer is muziek ook een
intieme ervaring, die het best genoten wordt in eenzaamheid of in gezel-
schap van een geliefde of klein gezelschap met een verfijnde smaak.
Alle muziekinstrumenten zijn door Vermeer met grote zorg en precisie
afgebeeld met alle details en sierelementen.
Deze barok gitaar is een moderne replica naar een origineel van de
franse gitaarbouwer René Voboam uit 1641, rijkelijk versierd met ivoor,
ebbenhout en parelmoer. Het klankgat bevat een ornament-rozet van
meerdere lagen kunstig uitgesneden papier. René Voboam was de
stichter van een gerenommeerde dynastie van franse gitaarbouwers.
De gitaarspeelster heeft haar blik gericht naar opzij; zij speelt voor
een voor de beschouwer niet zichtbare man in dezelfde kamer. De vijf-
snarige gitaar was vooral een solo-instrument. De gitaar was in het
zeventiende eeuwse Holland van Vermeer nog een vrij zeldzaam, nieuw
muziekinstrument, in die tijd nog lang niet zo gemeengoed als vandaag
de dag.
De vorm van de luit is weinig veranderd sinds haar opkomst als snaar-
instrument. Veel instrumenten zijn vervaardigd door Venetiaanse luit-
bouwers, tussen 1630 en 1650. Ook de hier afgebeelde luit is een moderne
replica. Vermeer heeft in zijn Luitspeelster in New York gekozen voor het
moment dat ze de luit aan het stemmen is. Al haar aandacht is gericht
op het vinden van de zuivere toon. Voor de tafel ligt een viola da gamba,
een stille liefdes-hint naar een afwezige man, met wie ze op de juiste
toonhoogte verlangt te komen in de liefde. Bij Vermeer is muziek altijd
een metafoor voor de liefde. “Amor docet Musicam” – de liefde is de
leermeester van de muziek.
De mandoline is terug te vinden in De Liefdesbrief van Vermeer in het
Rijksmuseum in Amsterdam; het enige schilderij, waarin Vermeer een brief-
scene combineert met een muziek-scene. Tijdens het spelen op haar mando-
line ontvangt de dame van haar dienstbode een liefdesbrief. Ze lijkt te
vragen van wie de liefdesbrief afkomstig is. Vermeer blijft altijd raad-
selachtig in zijn scenes, vatbaar voor meerdere interpretaties in plaats
van een éénduidige betekenis. Hij roept liever vragen op, dan antwoorden
te geven. Ongrijpbaar als een geheim, vandaar zijn bijnaam “de Sfinx van
Delft”.
Op meerdere schilderijen van Vermeer komt de viola da gamba voor; het
meest prominent op de voorgrond van de Zittende Clavecimbelspeelster in
Londen. De viola da gamba wordt veelal bespeeld door een heer. Het clave-
cimbel is het domein van de dame. Als symbool voor de afwezige man ligt
de viola da gamba in veel Vermeer-schilderijen onbespeeld op de grond of
in een hoek. De afwezigheid van de mannelijke minnaar is onzichtbaar,
maar voelbaar voor de juiste verstaander. De Koppelaarster van Baburen
op de achtergrond is een hint dat de dame aan het clavecimbel naar méér
verlangt dan een louter muzikaal duet met de afwezige bespeler van de
viola da gamba……..
In de Staande Clavecimbelspeelster in Londen is een clavecimbel te zien
met een landschapschildering op het sierdeksel. De kast en het onderstel
zijn gemarmerd. Met name in de Staande Clavecimbelspeelster valt de
strakke geometrische compositie op, bijna een Mondriaan avant la lettre.
In de klassieke muziek is de componist een zelfstandige schrijver van
muziekstukken op papier in notenschrift, los van de uitvoerende musicus.
In de schilderkunst is die tweedeling er niet: componist en uitvoerende
zijn één in het schilderij zelf. Vermeer komt als “beeldend componist”
in zijn composities dicht bij de componist in de muziek: kleuren als
toonakkoorden, zuiverheid van toonladders en grondtoon waarin een werk
gezet is, vlakverdeling als muziekstructuur, strak ritme, abstracte
verdeling van “licht-noten”. Wat geluid is in de muziek, is bij Ver-
meer het licht zelf en de vloei van het licht is de melodie. Onder de
grote meesters in de schilderkunst scoort Vermeer als een van de aller-
grootsten op het gebied van de compositie. In dat opzicht is hij de Bach
of Mozart van de schilderkunst en benadert hij soms de abstracte schoon-
heid en universele taal en zeggenskracht van de muziek zelf. Zelf vind
ik Vermeer conceptueel ook heel goed passen bij de Goldberg Variaties
van Bach of de Nocturnes van Chopin.
Het (gestolen) Concert in Boston is het enige Vermeer-tafereel, waarin
daadwerkelijk door meerdere mensen gezamenlijk gemusiceerd wordt. Het
prachtig uitgelichte jonge meisje zit aan het klavier aan de korte zijde
van een clavecimbel in de vorm van een vleugel, waarvan het sierdeksel
verluchtigd is met een arcadische landschapschildering. De man bespeelt
een luit en de staande vrouw slaat zacht de maat en lijkt te zingen vanaf
een stuk bladmuziek of liedboekje in haar hand. Boven haar hangt het
schilderij De Koppelaarster van Van Baburen, wat de scene een erotische
lading geeft. “ If music be food of love……”
Op De Muziekles van Vermeer in de Royal Collection in Londen is een cla-
vecimbel te zien van de beroemde clavecimbelbouwer Hans Rückers uit Ant-
werpen. Het latijnse opschrift op het sierdeksel luidt: “Musica Letitiae
Comes Medicina Dolorum” – “Muziek is de metgezel van de vreugde en het
medicijn tegen de smarten”.
Bovenstaand clavecimbel is een door mijzelf gebouwde replica naar een
Rückers-clavecimbel, bedoeld voor tableau vivant-fotoshoots, niet als
muziekinstrument.
De gangbare interpretatie van de scene is dat de wat oudere man naast
het clavecimbel haar muziekleraar is, vandaar de titel: De Muziekles.
Maar Vermeer geeft de scene een dubbelzinnige onderhuidse spanning mee,
door in het spiegelbeeld te onthullen dat de jonge vrouw naar hem kijkt
en dat zijn hand dicht bij de hare ligt op de rand van het clavecimbel.
“There’s something happening here; what it is ain’t exactly clear”.
Vermeer laat altijd iets ongewis te raden over als het over de liefde
gaat.
De clavecimbels die gebouwd werden door Rückers in Antwerpen waren in
heel Europa bekend, niet alleen vanwege hun mooie klank, maar ook vanwege
hun prachtige versieringen en decoraties. Kenmerkend voor Rückers is het
gestileerde siermotief van de dolfijntjes. In Museum Vleeshuis in Ant-
werpen is een fraaie collectie zeventiende eeuwse clavecimbels te zien.
Constantijn Huygens kocht in 1648 zo’n clavecimbel voor de aanzienlijke
som van 300 gulden. Mogelijk heeft Vermeer het kostbare instrument met
eigen ogen bewonderd in Hofwijck bij Voorburg in het huis van de be-
roemde dichter-componist-geleerde. “Oogentroost” is een beroemd gedicht
van Constantijn Huygens en vat in één woord de kern van de schilder-
kunst van Vermeer samen: “Ogentroost”.
Liefdesliederen waren de publieksfavorieten in de muziek van de Gouden
Eeuw: eenvoudig, aanstekelijk en enorm populair. Er ontstond met name in
Amsterdam een levendige handel in liederenboekjes met liefdesliedjes,
vergelijkbaar met de popmuziek uit de jaren ’60 en ’70 in de vorige eeuw.
Zoals in het liefdesliederenboekje “Den nieuwen verbeterden Lust-hof”
van Michiel Vlacq.
Het kleine paneeltje Meisje met Fluit in Washington (niet in deze ten-
toonstelling) heeft zeker de looks van een echte Vermeer, maar de fluit
is niet overtuigend weergegeven, mogelijk overschilderd door een latere
schilder. In de tentoonstelling speelt een jonge vrouw dwarsfluit voor
de Music Lesson van Vermeer in een film over de expositie Vermeer &
Music in de National Gallery in Londen.
Naar aanleiding van deze tentoonstelling zijn muziek-cd’s uitgegeven met
barok-muziek uit de tijd van Vermeer, uitgevoerd met historische muziek-
instrumenten als luit en clavecimbel.
Beelden van de tentoonstelling Vermeer & Music met daartussen een foto
in mijn eigen “Vermeer”-atelier met kostuummodel Merel van den Nieuwenhof
voor de door mijzelf gebouwde “dummy”- replica van een Rückers-
clavecimbel.
De official trailer van de film “Exhibition on Screen – Vermeer &
Music” is hier te zien op YouTube:
Deze YouTube-video van Ton Koopman laat horen hoe het clavecimbel
klinkt in een Menuet van Johann Sebastian Bach. De muziek van Bach
heeft dezelfde onverstoorbare tijdloze schoonheid als de schilderijen
van Vermeer. Bach werd pas tien jaar na de dood van Vermeer geboren,
in 1685. Maar zijn muziek zou heel goed en passend klinken in de
heldere, geometrische interieurs van Vermeer, met haar bijna
wiskundige structuur, ordening en maatvoering. Koopman is een
gepassioneerd pleitbezorger van het spelen op historische muziek-
instrumenten uit de tijd van Bach zelf, zoals het clavecimbel.
Bach zoals Bach het zelf heeft bedoeld.
In deze YouTube video met Ton Koopman op clavecimbel en Jordi
Savall op viola da gamba is de combinatie van deze twee instru-
menten uit Vermeer’s Muziekles te beluisteren, ook in muziek van
Bach: