Vermeer – Kleurrijke Stoffen in de Schilderkunst

“Fashion changes,
but Style endures”
Coco Chanel

De vader van Johannes Vermeer, Reinier, was naast kunsthandelaar en
herbergier ook “caffa-wever”. Misschien komt daar de liefde van Vermeer
voor mooie en kostbare stoffen vandaan. Een vroege Vermeer, de
Koppelaarster in Dresden (1656), is voor een groot deel bedekt met
geschilderd textiel; het rood-geel akkoord van het kostuum van de man
en de vrouw wordt in het Turkse tapijt prachtig in vele variaties herhaald
als in een muziekstuk.


Vermeer maakt in zijn interieurschilderijen dankbaar gebruik van de
weergave van kleurige stoffen om heldere kleuren in zijn compositie te
brengen: aangezien de vrouw het hart van bijna elke Vermeer vormt, vestigt
hij de aandacht op haar door haar de stralendste blauwe, gele en witte
kleuren in de stof van haar kostuum mee te geven. Jakjes en japonnen zijn
in Vermeer’s abstraherende beeldtaal bijna autonome kleurvlakken.
In de kleurenhiërarchie van Vermeer zijn de meer bezonken kleuren
voorbehouden aan gobelins, gordijnen,draperieën en stoelbekleding.

Het Meisje met de Rode Hoed is daar ook een sprekend voorbeeld van.
Ook hier is bijna het hele schilderijoppervlak bedekt met de geschilderde
weergave van kleurige stoffen, met het stralende rood van de hoed als
picturaal hoogtepunt.

De cover-foto van het album “Pearl” van hippie-icoon Janis Joplin uit de
kleurrijke Flower Power van de jaren zestig doet er een beetje aan denken.
Schilderen met de kleuren van mooie stoffen, met al hun variatie in
textuur.

Iedereen kent uit de kringloopwinkel/rommelmarkt of van marktplaats.nl
wel de met veel huisvlijt geborduurde versies van het Melkmeisje of het
Straatje van Vermeer. In de tentoonstelling “Embroidery Show” in Museum
De Fundatie in Zwolle geeft kunstenaar Rob Scholte aan dit gegeven
letterlijk een draai. Bv. de “Dentellière” uit het Louvre als omgekeerd
borduursel.

Het idee is even eenvoudig als briljant: verzamel zoveel mogelijk van
deze borduur-schilderijtjes, haal ze uit hun lijst, draai ze om, lijst
ze opnieuw in en hang ze aan de muur, zodat je nu alleen de achterzijde
ziet met alle losse draden. Door de wirwar van losse draden krijgen de
afbeeldingen meer abstrahering, variatie en zijn ze uiteraard in
spiegelbeeld. Door die simpele, verrassende omdraaiing krijgen ze ineens
een interessantere uitstraling en “look” in een abstract patroon van
felgekleurde draadjes, waardoor je er anders naar gaat kijken. Dat is
de magie van kunst: je anders laten kijken naar de werkelijkheid.


Het lijkt te simpel voor woorden, maar ook Vincent van Gogh had een
kistje met felgekleurde bolletjes wol om de complementaire kleuren in
zijn schilderijen uit te proberen, voordat hij ging schilderen.
Het kistje is bewaard gebleven en bevindt zich in de collectie van het
Van Gogh Museum in Amsterdam.
Een mooi voorbeeld is het Portret van Italiaanse Vrouw (Agostina
Segatori) met de bijbehorende gekleurde strengetjes wol.



Een hedendaags kunstenaar die van “foto-borduurwerken” zijn signature-
look heeft gemaakt is Berend Strik, die in 2010 in Museum Het Valkhof
in Nijmegen een overzichtstentoonstelling had onder de titel
“May I show you my Pictures?“



Hij maakt foto’s, laat ze afdrukken op groot formaat in zwart-wit,
om ze vervolgens met hulp van assistenten met kleurige lapjes stof en
draden in abstracte patronen te bedekken met borduurwerk. Hij exposeert
zijn “foto-borduurwerken” zo, dat je zowel de vóór- als achterkant kunt
zien. Het werk “Nurse” in zachte grijstinten doet denken aan een Vermeer-
compositieschema: een figuur in een interieur bij een tafel met een
stilleven, in stille concentratie verzonken.

Cindy Lauper over het zien van “True Colors” op YouTube: