“Vermeer in Perspectief”, Jorgen Wadum in Vermeer-catalogus 1996.
“Je gaat het pas zien
als je het door hebt”
Johan Cruijff
Vermeer gebruikte de “Speld en Krijtsnoer” methode bij de constructie
van het centraalperspectief in zijn schilderijen. De Oude Egyptenaren
gebruikten al krijtsnoeren bij de opzet van de muurschilderingen
in de graven van de farao’s in de Vallei der Koningen.
In de 17e eeuw was het werk van Hans Vredeman de Vries het standaardwerk
aangaande het perspectief. Zijn prent “Laboratorium van de Alchemist” roept
voor mij associaties op met Vermeer’s atelier als laboratorium. Kunst en
Wetenschap waren in de 17e eeuw nog geen strikt gescheiden disciplines.
Met name Jorgen Wadum, de voormalige schilderijen-restaurator
van het Mauritshuis-museum in Den Haag, heeft zich bezig gehouden met
de methode waarmee Vermeer het centraalperspectief in zijn schil-
derijen construeerde.
De Deen K.G. Hulten (1949) had al eerder in een artikel ‘Zu Vermeers Atelierbild’
in het Konsthistorisk Tidskrift de interessante vondst gemeld, dat in het
schilderij “De Schilderconst” in Wenen precies op de plek van het verdwijnpunt
van de perspectieflijnen een speldegaatje in de verflaag en het linnen zit. Onder
de knop van de onderste roe van de landkaart.
Later heeft Jorgen Wadum in meerdere Vermeers zo’n speldegaatje gevonden,
waaronder het Melkmeisje, de Dublin-Vermeer, De Muziekles en de Staande
Clavecimbelspeelster in Londen en de Allegorie op het Geloof in New York.
Bij de “Lady Writing a Letter With her Maid” uit Dublin zit het gaatje zelfs
in het oog van de Briefschrijvende Dame !
Wadum heeft in een aanschouwelijke reconstructie laten zien hoe Vermeer zijn
perspectieflijnen trok met behulp van een krijtsnoer bevestigd aan een speld
in het Verdwijnpunt. Door het krijtsnoer op de juiste positie strak te trekken
en tegen het canvas terug te laten schieten, verkreeg hij op zijn doek in krijt
de perspectivische hulplijnen, die hij nodig had voor de glas in lood ramen en
de zwart-wit tegelvloeren. Deze krijtlijnen kon hij vervolgens met pen of
penseel overschilderen. Het speldegaatje is vrijwel het enige fysieke bewijs
van Vermeer’s werkwijze.
De tegelvloeren construeerde Vermeer met twee Vluchtpunten aan weerszijden
van het doek op de horizonlijn.
Vermeer’s gebruik van het centraalperspectief mag in hedendaagse ogen geen
“rocket science” zijn, in al zijn eenvoud blijkt het een uiterst effectief
hulpmiddel om de illusie van ruimte te creëren. Zonder het lijnenspel van de
vloertegels en glas-in-lood strips van de raamvensters heeft het schilderij
veel minder diepte en ruimtewerking en wordt het “platter”.
In de tegelvloeren van de vroege “Wijnglas-Vermeers” uit Braunschweig en
Berlijn is goed te zien, dat Vermeer hier het weergeven van het perspectief
nog niet helemaal onder de knie heeft. Met name aan de rechterzijde is de
tegelvloer “perspectivisch broddelwerk”.
Later zou Pieter Teding van Berkhout, een bezoeker aan Vermeer’s atelier,
het latere werk van Vermeer juist aanprijzen vanwege “het buitengewone en
wonderlijke perspectief”……
Meesterwerken zien er soms bedrieglijk eenvoudig en vanzelfsprekend uit,
omdat de meester steeds de juiste keuzes heeft gemaakt, die de werking
van het geheel versterken en de eenvoud in de ingewikkelde veelvoud zichtbaar
laat worden, als in een wiskundige formule. Perspectief als “doorzichtkunde”
in meerdere betekenissen.
Op YouTube is een mooie film te zien van Jaap Drupsteen, waarin hedendaagse
muziek, de architectuur van Jan Vredeman de Vries (uit de 17e eeuw), speciale
televisietechnieken en decors en kostuums tot één (sprookjesachtig) geheel
zijn verweven. Met muziek van het Willem Breuker Kollektief: