Maandelijks archief: oktober 2019

De Hooch en Vermeer – Uit de Schaduw van de Grote Tovenaar

Gezien in Museum Het Prinsenhof in Delft op woensdag 23 oktober: tentoon-
stelling “Pieter de Hooch – Uit de Schaduw van Vermeer”, met 29 schilderijen
van Pieter de Hooch, waaronder zijn mooiste binnenhofjes en interieurs uit
zijn Delftse periode (1652-1660). Na Johannes Vermeer wordt Pieter de Hooch
internationaal beschouwd als de beroemdste Delftse meester van de Gouden
Eeuw. Als stads- en tijdgenoten hebben ze elkaar sterk beïnvloed en
geïnspireerd.

“If I have seen further
than others,
it is by standing
on the shoulders of giants”
Isaac Newton

Topstuk in deze expositie is het bekende Courtyard of a House in Delft (1658)
van Pieter De Hooch uit de National Gallery in Londen. Het is een helder,
lumineus doek in koel, zilverachtig licht, net als het Straatje van Johannes
Vermeer in het Rijksmuseum.

Beide schilderijen hebben een voor De Hooch typerend “Doorkijkje”. Het
verschil in schildertrant tussen Vermeer en De Hooch laat zich goed aflezen
aan de weergave van bakstenen muren. De Hooch schildert steen voor steen
keurig en precies na, waar Vermeer meer een losse impressie van een bakstenen
muur schildert. De Hooch oogt als een ingeschilderde lijntekening, Vermeer
schildert van begin af aan in vormen, kleur en licht, als een pure schilder.
Daarom overtuigt zijn licht meer; hij hoeft niet los te komen van de lijn.
Het licht denkt niet in lijnen, het vloeit, het stroomt over alles heen.
Alles is licht.

Bovenal overtreft Vermeer De Hooch in zijn onnavolgbare weergave van het
licht. “Vermeer is light”, schreef de historicus Simon Schama al.
Dat is mooi te zien in de twee duidelijk verwante Goudweegster-versies
van De Hooch en Vermeer. Vermeer zet de ruimte van de kamer in een schemer-
achtig licht, en laat de vrouw in een straal van licht naar voren komen.
Bij De Hooch zijn de kamer en de vrouw gelijkmatig verlicht, waardoor de
scene een heel andere sfeer en uitstraling krijgt dan bij Vermeer.

Vermeer geeft de scene ook een diepere, spirituele betekenis door het
toevoegen van het Laatste Oordeel-schilderij rechtsboven aan de muur en
het feit dat de weegschaal leeg is; het gaat om het wegen van de ziel.

Ook het kostuum van het Melkmeisje van Vermeer komt terug bij De Hooch:
witte hoofddoek en kraag, geel jakje, blauwe schort en rode rok. Dit
dienstmeid-kostuum is terug te vinden in de schilderij A Dutch Courtyard
uit Washington en Maid with Bucket and Broom in Courtyard uit Karlsruhe.

De vrouwen van De Hooch zijn wat houterig en stijf en ogen meer gespan-
nen in hun houdingen. Ook zijn vrouwengezichten zijn minder geslaagd.
De gezichten van Vermeer’s vrouwen zijn meer geïdealiseerd en hun hou-
dingen veel eleganter, naturel, losjes en ontspannen. Natuurlijke focus
en concentratie.

Een typerend element in de interieurs van De Hooch is het “Doorkijkje”,
bij Vermeer zien we dat terug in het Slapend Meisje in het Metropolitan
Museum in New York. Via een openstaande deur wordt de beschouwer een blik
gegund in een andere ruimte/kamer. Een perspectivisch effect dus. Een
soortgelijk Doorkijkje zien we in het schilderij Vrouw met Kind in een
Kelderkamer van Pieter De Hooch in het Rijksmuseum in Amsterdam.

Met name in het construeren van het perspectief heeft Vermeer duidelijk
de kunst afgekeken van Pieter De Hooch, zoals in Vermeer’s Music Lesson
in de Royal Collection.
Ook in de schilderijen van De Hooch zijn spijkergaatjes gevonden, net
als bij Vermeer, waarvanuit hij met krijtdraden de perspectief-hulplijnen
trok in zijn compositie. De zwart-wit tegelvloeren en glas-in-lood strips
van de ramen lenen zich bij uitstek voor het construeren van perspectief-
hulplijnen en geven ruimtelijke dieptewerking aan het afgebeelde interieur.
De kunst van het perspectief is misschien wel de belangrijkste link
tussen Vermeer en De Hooch. Al legt Vermeer juist wel meer de nadruk op
de personen en De Hooch meer op de perspectivische ruimte.

Opvallend is dat De Hooch in zijn Courtyard of a House in Delft uit Londen
twee verschillende perspectief-verdwijnpunten heeft toegepast. Het
schilderij lijkt een samenvoeging van twee verschillende locaties.

Het tegelvloer-perspectief van de Vrouw met Kind in een Kelderkamer van
De Hooch in Amsterdam denken aan Het Glas Wijn van Vermeer in Berlijn.
En dat van De Hooch’s prachtige Card Players in a Sunlit Room aan
Vermeer’s Music Lesson, beiden in de Royal Collection in London.

Hierboven twee veronderstelde zelfportretten van Vermeer en De Hooch.
De Hooch werkte in Delft van 1652 tot 1660, tijdens de vroege periode
van Vermeer.
Daarna vertrok De Hooch naar Amsterdam. Er zijn geen bewijs-documenten
dat Vermeer en De Hooch elkaar kenden, maar via het Delftse St. Lucas-
gilde kan het bijna niet anders dat ze elkaar ontmoet hebben. De weder-
zijdse invloed is duidelijk aanwijsbaar. Beiden tonen een fascinatie
voor perspectief en lichtval, waarbij de nadruk bij de Hooch ligt op
perspectief en de ruimte en bij Vermeer op lichtval en de vrouw.

Vermeer had één mecenas als vaste opdrachtgever, Pieter van Ruyven,
een welgestelde burger in Delft. In zijn nalatenschap bevonden zich
maar liefst 21 Vermeer-schilderijen, waaronder bijna alle topstukken.
Ook Pieter de Hooch had een beschermheer in de persoon van Justus de
la Grange, maar dan tijdens zijn vroegere, kwalitatief mindere werk,
herbergscènes, ook wel “kortegaartjes” genoemd. Zijn beste werk, de
interieurs en binnenhofjes uit zijn Delftse periode, schilderde de Hooch
voor de open, vrije, meer competitieve markt. Vermeer als schilder
gedijde daarentegen juist beter in de intieme en afgeschermde omgeving
van het mecenaat van Van Ruijven.

Er is een tijd geweest waarin Vermeer zelf in de schaduw van De Hooch
verkeerde en Vermeer’s eigenhandige werken zelfs aan Pieter de Hooch werden
toegeschreven, waaronder zijn meesterwerk “De Schilderkunst” in Wenen.
Lange tijd prijkte op de stoelkruk van de kunstenaar de later toegevoegde
(valse) signatuur van De Hooch……

Voor kunsthistoricus Jan Nieuwenhuizen was Pieter de Hooch “De schilder
van het Klein Geluk”. Een rake typering. Als geen ander konden de Hollandse
Meesters de kleine dingen van het leven optillen naar de hoogte van eeuwige
schoonheid.

Op YouTube is deze video over de expositie van Pieter De Hooch in Het
Prinsenhof in Delft te zien:

“Girls with Pearls”- Fotografie “naar Vermeer” van Carolien Sikkenk

Gezien op woensdag 23 oktober 2019 in het Vermeer Centrum Delft:
foto-expositie van fotografe Carolien Sikkenk met interieurscènes
geïnspireerd op Vermeer.

“Do not seek to follow
in the footsteps
of the master.
Seek what he sought”
Matsuo Basho

In het kader van het jaar van de Gouden Eeuw heeft fotografe Carolien
Sikkenk op historische locaties in Delft enkele iconische Vermeer-
figuren in hedendaagse kleding opnieuw geënsceneerd en gefotografeerd.
Het resultaat is te zien in de kleine tentoonstelling “Girls with Pearls”
in het Vermeer-Centrum in Delft.

Voor mij is het meest geslaagde fotowerk in de serie Girls with Pearls
de dame in geel die op haar digitale tablet kijkt in het licht bij het
raam, geïnspireerd op Vermeer’s Briefleserin in Dresden.
Fotografe Carolien Sikkenk heeft de hele scene in een blauw-geel kleur-
akkoord omgezet, de lievelingskleuren van Vermeer, die mooi uitkomen
tegen de neutraal-grijze muur. Ook de weerspiegeling van haar gezicht
in het raam is mooi afgekeken van Vermeer.

De Engelse fotograaf Tom Hunter heeft zich al eerder door het hetzelfde
schilderij laten inspireren voor zijn fotowerk “Woman Reading a
Possession Order” uit 1997 uit de serie “Persons Unknown”. Het model
was een van zijn krakersvrienden uit de Londense wijk Hackney, die een
huisuitzettingsbevel leest….. Zijn insteek was de verheffing van
maatschappelijke randfiguren in het edele licht van Vermeer.

Dit werk van Carolien Sikkenk is gebaseerd op Het Parelsnoer van Vermeer
in de Gemäldegalerie, Staatliche Museen in Berlijn. Geel is de dominante
kleur in deze scene, en toevallig ook een mode-kleur in 2019.

Op YouTube is de volgende video te zien over de expositie “Girls with
Pearls” van fotografe Carolien Sikkenk:

“Deense Vermeers” – Trine Sondergaard en Vilhelm Hammershoi, fotografie en schilderkunst

Beschouwing over de invloed van Johannes Vermeer op de Deense schilder
Vilhelm Hammershoi (1864-1916) en hedendaagse fotografe Trine Sondergaard
uit Kopenhagen.

“Form is emptiness
and emptiness is form.
The essence of all things
is emptiness”
Boeddha

 

Het meest lege schilderij van Vermeer is Het Parelsnoer uit Berlijn.
Bijna de helft van het schilderij is een lege witte muur waarlangs
helder daglicht strijkt. Samen met het donkere repoussoir op de voor-
grond van de tafel met draperie en chinese vaas vormt het een zwart-wit
akkoord. In dit schilderij ontstaat een interessant spanningsveld
tussen protestantse soberheid (zwart-wit en lege muur) en katholieke
pralerij ( mooie dame in geel met parelsnoer, die zichzelf in de
spiegel bewondert). Het centrum van de compositie is het licht zelf,
dat alles verbindt.

De Deense fotografe Trine Sondergaard laat zich in haar foto’s
inspireren door de verstilde interieurschilderijen van de Deense
schilder Vilhelm Hammershoi (1864-1916). Vilhelm Hammershoi wordt
op zijn beurt wel eens “De Deense Vermeer” genoemd, door zijn
lege interieurs vol licht, stilte, eenzaamheid en melancholie
en zijn vrouw Ida als enige model.

Typerend voor Hammershoi zijn de witte panelen deuren in zijn
interieurs, die als personages hun eigen taal spreken. Gesloten
deuren, deuren op een kier, half open deuren of wijd openstaande
deuren op de grens tussen buiten en binnen, tussen de wereld en
de ziel. Zo fungeren bij Vermeer de raamvensters in zijn
binnenkamer-taferelen als open/gesloten vensters naar de buiten-
wereld en de binnenwereld. Wat deuren voor Hammershoi zijn,
zijn raamvensters voor Vermeer.

Hammershoi liet zich in zijn Brieflezende Vrouw bijna zeker
inspireren, door de Briefleester in Blauw in het Rijksmuseum
in Amsterdam. Zwart-wit versus Kleur.

Hammershoi maakte de meeste interieurschilderijen in zijn
eigen huis Strandgade 30 in Kopenhagen, Denemarken, dezelfde
stad waar Sondergaard woont en werkt.
Zijn vrouw Ida was zijn enige model, vaak op de rug gezien,
wat de taferelen een subtiele geheimzinnige sfeer meegeeft.

De interieurs van Trine Sondergaard zijn geen zielloos lege
stijlkamers, maar verbeeldingen van de ruimte, waarin de ziel
zich bevindt in een tijdloos gesprek met het licht.
Sondergaard weet haar fotowerken diepere lagen van betekenis
en verstilde emotie mee te geven. Een meer gelaagde en geladen,
intensere waarneming van de dagelijkse werkelijkheid. Net als
bij Vermeer wordt bij haar het licht een zelfstandig personage
dat tot de beschouwer spreekt in een eigen taal.

Sondergaard fotografeert ook meisjes met hoofdkapjes, op de rug
gezien. Backshots zijn heel suggestieve poses voor een model,
omdat ze veel te raden over laten. Naast de open blik van Vermeer’s
Meisje met de Parel vormen de gesloten meisjes van Sondergaard een
intrigerend contrast. Wat ze gemeen hebben is licht en stilte.

Vermeer was van huis uit protestant, maar bekeerde zich tot het
katholicisme om met zijn vrouw Catharina Bolnes te kunnen trouwen.
Een betere reden voor bekering dan de liefde is er niet. Zijn
schilderijen zijn een subtiel evenwicht tussen de protestante
ingetogen soberheid, rechtlijnige strengheid, zwart-wit wereld en de
katholieke rijkdom, pracht en praal, levenslust en kleur.
Witgepleisterde muren en kleurige zijden japons en tapijten.
Het protestante “gedenk te sterven” en de katholieke levensvreugde.
Leven en dood als de twee tegenpolen van het menselijk bestaan.
Ook klassieke fotografie neigt naar een wereld in zwart-wit,
de schilderkunst drukt zich eerder uit in een wereld van kleur.

In Vermeer’s Dame met Weegschaal uit Washington is de weegschaal leeg.
De vrouw zoekt een spirituele, innerlijke balans. De parels staan voor
aardse, zinnelijke pracht en praal, het schilderij van het Laatste
Oordeel op de achtergrond voor het ultieme zieleheil.
Het schilderij lijkt voor de innerlijke zoektocht van Vermeer zelf
te staan, naar de juiste balans tussen het katholieke en protestante
geloof binnenin hemzelf. Voor Vermeer is het het licht, dat alles
verbindt en waarin alles samenkomt in een eeuwig hier en nu. In die
zin kan Vermeer, bewust of onbewust, beschouwd worden als een
“licht-mysticus”.

Zo zijn op boeken over de middeleeuwse mysticus Eckhart boekcovers
te vinden van Het Parelsnoer en het Melkmeisje van Vermeer. In Vermeer
huist een mysterie, een geheim. Daarom gaat hij nooit vervelen.

In het koor van de Cisterciënzer abdij van Silvacane in Zuid-
Frankrijk is iets van het protestantse verlangen naar soberheid
terug te vinden. Alleen nog maar steen en licht. Leegte en Vorm.

Ook in de kerk-interieurschilderijen van de Groningse schilder
Henk Helmantel is die protestantse soberheid terug te vinden, alsof
God in het licht is, dat langs een een lege witgepleisterde muur
strijkt. Zoals in dit kerkinterieur in Monnickendam.

Deze video over Trine Sondergaard: exploring emptiness from within
is te zien op de website van Bruce Silverstein:

Link naar website Bruce Silverstein:

http://www.brucesilverstein.com/artists/trine-sndergaard

Een YouTube video over de fotografie van Trine Sondergaard: