Maandelijks archief: april 2017

“Bird on a Wire” – Fabritius en Leonard Cohen

Het Puttertje, schilderij van de Nederlandse schilder Carel Fabritius
uit 1654, 33,5 bij 22,8 cm, olieverf op paneel, Mauritshuis in Den Haag.

“Like a bird on a wire….
I have tried in my way
to be free”
Leonard Cohen

In het heldere palet en subtiele weergave van het licht in het Puttertje
van Fabritius zie je duidelijk de invloed die hij zou gaan hebben op de
heldere schildervisie van Johannes Vermeer.
Het Puttertje is een van de zeldzame meesterwerken van Carel Fabritius
die bewaard zijn gebleven. Het schilderij is een aandoenlijk portret van
een vogeltje dat aan een ketting voor zijn zaadbakje tegen een witge-
pleisterde muur zit.

Het puttertje is herkenbaar aan het rood in zijn gezicht en de felgele
streep op zijn zwarte vleugel. Puttertjes (distelvinken) werden in de
17de eeuw gehouden als huisdier. Ze dankten hun bijnaam aan een kunstje:
ze konden hun eigen water putten door een emmertje, ter grootte van een
vingerhoed, in een waterbakje neer te laten. Fabritius’ uitzonderlijke
voorstelling was waarschijnlijk bedoeld als een trompe l’oeil, een
illusionistische ogenbedrieger. Vermoedelijk moest het schilderij hoog
hangen, want het puttertje is van onderaf weergegeven. Op het eerste
gezicht moet het net een echt vogeltje hebben geleken.

Op 12 oktober 1654 ontplofte het Delftse kruitmagazijn waarbij een groot
deel van de stad werd verwoest. Ook voor de schilderkunst had deze
explosie grote gevolgen: een van de talentvolste kunstenaars van zijn
tijd, Carel Fabritius, kwam bij de ramp om het leven. Zijn atelier,
dat op een steenworp afstand van het kruithuis lag, werd weggevaagd.
Het puttertje uit 1654 dateert dus uit het jaar van zijn dood, wat
het kleine schilderijtje eenzelfde lading geeft als Korenveld met
Raven van Vincent van Gogh.

Mede daardoor is slechts een klein aantal van zijn schilderijen bewaard
gebleven. De kwaliteit en originaliteit van dat overgebleven werk maakt
desondanks dat Fabritius tot de ware ‘groten’ van de Hollandse Gouden
Eeuw wordt gerekend. Zijn fenomenale, vlotte penseelvoering maakte hem
tot Rembrandts meest begaafde leerling, terwijl zijn subtiele licht-
behandeling en heldere palet invloed uitoefenden op Johannes Vermeer.

Bron: Het Puttertje in Mauritshuis

Carel Peeters schrijft een mooi stukje in Vrij Nederland over Het
Puttertje van Fabritius: “De gekooide, vrije vogel van Fabritius”

Zie deze link: Carel Peeters over het Puttertje in VN

De ontdekker van Vermeer, Théophile Thoré-Bürger, zag het Puttertje
voor het eerst in een grote opslagruimte van de Brusselse kunst-
verzamelaar Camberlyn en viel als een blok voor dit “kleine,
maar eersteklas niemendalletje”.

Het schilderij is gebruikt als cover voor het boek Het Puttertje van de
Amerikaanse schrijfster Donna Tartt (Pulitzerprijs 2014) en speelt ook
een grote rol in het boek zelf.

In het katholieke geloof gold het puttertje als symbool voor de
(gevleugelde) ziel, geketend aan en gevangen in het aardse bestaan
én verlangend naar vrijheid, verlossing en wederopstanding.

Dit levensgevoel wordt treffend vertolkt in de song “Bird on a Wire”
van Leonard Cohen, van het album “Songs from a Room” uit 1969,
met lyrics te beluisteren via dit YouTube-filmpje:

“Meisje met Rode Hoed” komt tot leven……

Close ups van mevrouw Bredius ( Lize Feryn) in de film “Een Echte Vermeer”
uit 2016, geïnspireerd op Vermeer’s “Meisje met Rode Roed”, National
Gallery of Art, Washington.

“When I don’t have any blue,
I use red”
Pablo Picasso

In de film “Een Echte Vermeer” speelt een scene, waarin mevrouw Bredius
onaangekondigd binnenkomt in de schilderklas van de schilder van Meegeren,
waarbij ze hem doet denken aan Vermeer’s “Meisje met Rode Hoed”.



In de soft-focus effecten in de extreme close ups van haar gezicht,
komt de film ineens dicht bij de échte Vermeer en komt het Meisje met
Rode Hoed even tot leven.


Eenzelfde ervaring had ik jaren geleden met een studente anthropologie
op de Radboud Universiteit in Nijmegen, Fleur de Jong, in wiens gezicht
ik dat van Vermeer’s Meisje met Rode Hoed” herkende. Ik kon mijn eigen
foto van haar gezicht als overlay inderdaad moeiteloos over het
schilderij leggen, het paste als een handschoen.




Overigens is de toeschrijving aan Vermeer van het “Meisje met Rode Hoed”
niet volledig onomstreden; met name Vermeer-kenner Albert Blankert ziet
er eerder de hand van een Franse schilder in, waarschijnlijk uit de 18e
of 19e eeuw. Blankert wijst er op dat het schilderijtje een over-
schildering is van een onderliggend portret van een man met hoed, iets
wat Vermeer nooit doet.

Wat met name vreemd is, dat de leeuwenkopjes van de stoel naar de
beschouwer gericht zijn, wat dus betekent, dat het meisje op een stoel
achter een stoel zit. Very unlike Vermeer !
Toch blijft het voor mij een betoverend meesterwerkje, fris, raak en
met een virtuoze toets geschilderd, ook als het niet van Vermeer’s hand
zou zijn. En waarom zou er niet een andere schilder zich gewaagd kunnen
hebben aan een “Camera Obscura”-schilderijtje ? Het Meisje met Rode Hoed
oogt namelijk sterk als een directe transcriptie van een lichtbeeld in
een camera obscura.

In de National Gallery in Washington hangt het Meisje met de Rode Hoed
naast het nog iets kleinere “Meisje met Fluit”, waarvan de toeschrijving
aan Vermeer ook niet volledig unaniem is. In de details is het minder
sterk van uitvoering, maar als geheel heeft het wel een sprankelende
lichtwerking.

Op YouTube is deze video van de National Gallery of Art in Washington te
zien over de schilderkunstige lagen-opbouw van het meisje met Rode hoed
door Vermeer:

Film “Ida” – Vermeer in Polen

“Ida” – film van Poolse regisseur Pawel Pawlikowski uit 2013 over een
jonge non in Polen, die een duister familiegeheim ontdekt vlak voordat
ze haar geloften aflegt.

“De charme van Vermeer
is even onmiskenbaar
als ongrijpbaar” –
Craig Raine


Vermeer in Polen

De film “Ida” van de Poolse regisseur Pawel Pawlikowksi bestaat uit
statische, in fotografisch zwart-wit geschoten beelden met prachtig
Vermeer-zijlicht, met veel close ups, vaak met een bijzondere kadrering
waarbij de personages aan de onderkant soms bijna uit beeld vallen.

De film speelt zich af in Polen 1962. Anna staat op het punt om haar
geloften af te leggen bij de kloosterschool waar ze ooit werd
opgenomen als wees. Maar alles verandert als blijkt dat ze nog familie
heeft: Wanda, de zus van haar moeder. Voordat ze officieel tot het
klooster kan toe treden als non, gaat ze samen met Wanda op zoektocht
naar haar verleden. Anna komt erachter dat ze van Joodse afkomst is
en dat haar echte naam Ida luidt. Ze wordt geconfronteerd met de
grimmige waarheid over haar familie en hun ontberingen tijdens de
Nazi-bezetting van Polen. Ida staat voor een moeilijke beslissing:
teruggaan naar het klooster of een nieuwe weg inslaan?

Ida is een stil, introvert en gesloten personage, maar daarin schuilt
nu juist haar fascinerende aantrekkingskracht. Ondanks het ongrijpbare
van de titelfiguur weet Pawlikowski toch ontroering en emotie op te
roepen. Ook de vrouwen van Vermeer zijn ongrijpbaar in hun verstilde
uitstraling en toch weten ze je ergens diep te raken.

Vermeer laat zich in deze film voelen in het prachtige raam-zijlicht
en de verstilde sereniteit van de beelden. De actrice Agata
Trzebuchowska, die de jonge non in de film speelt, werd uit een café
in Warschau geplukt, toen nog zonder enige acteerervaring. Haar
serene uitstraling komt heel naturel over.
Treffend is een dialoog-zin van de jongeman in het café:
“You’ve no idea of the effect you have, do you ?“.
Zelfvergeten schoonheid.

De meeste mensen zullen Vermeer associëren met zuiverheid in de
liefde, terwijl de betaalde liefde toch ook haar plek heeft in
het oeuvre van Vermeer: Ook in de film ‘Ida” klinkt het thema van
de “De Engel en de Hoer” door in de personages van Ida en Wanda.

Vermeer schilderde zelf een Koppelaarster (een vroeg werk uit 1656)
en in Het Concert uit Boston en de Zittende Clavecimbelspeelster
in Londen is op de achtergrond De Koppelaarster van de Utrechtse
caravaggist Dirck van Baburen te zien.

Zowel Vermeer als Pawlikowski oordelen niet. Het is in de liefde
een universeel thema: de warme, lichamelijke liefde en de koele,
geestelijke liefde.

Het thema is mooi verbeeld in “La Veilleuse” van Georges de la Tour
en “Vrouw met Waterkan” van Vermeer, allebei verstilde meesterwerken
in een andere stijl en in een ander licht.

Naast Vermeer voel je in sommige film-stills ook de invloed van
Edward Hopper, bv. “Automat” uit 1927.

Ook vandaag nog worden studenten op filmacademies aan de hand van
het lichtgebruik van grote schilders als Vermeer, Hopper en
Rembrandt onderwezen in het gebruik van licht in de mise-en-scene
op een filmset. Met name Hopper zie je veel “voorbij komen” in
films van Wim Wenders of een TV-serie als Mad Men. Vermeer vind je
terug in een film als “Witness”, die speelt in een Amish-gemeenschap
in Pennsylvania.

Via deze link zie je cinematografische voorbeelden van ensceneringen
en uitlichtingen door studenten van de Nederlandse filmacademie in
de stijl van Hopper en Vermeer:

Studenten Filmacademie

In de verstilde interieurs van Vermeer en Hopper komt het licht altijd
van buiten: de lichtbron is koel daglicht of zonlicht, dat van buiten
door een raam naar binnen valt en een binnenkamerscene verlicht:
“Raamlicht-scenes”, waarin de hoofdfiguur altijd aangelicht wordt door
een raam als hoofdlicht. Bij Vermeer dringt het licht door tot in de
diepste schaduwen, waardoor alles meer licht en kleur krijgt.

Voor mij persoonlijk is raamlicht het mooiste licht dat er is. Het
verbindt de intimiteit in de beschermde omgeving van een binnenkamer
met het heldere, levendige daglicht van de natuur buiten. Een mooi
voorbeeld is Vermeer’s Vrouw met Waterkan in het Metropolitan Museum
in New York. Haar schoonheid ligt in de eindeloze subtiele gradaties,
waarin het licht zich over de figuren en voorwerpen in de kamer
verspreidt, en voelt als licht, dat in de ruimte van de eigen ziel
schijnt.

De trailer van de film ‘Ida” is te zien op YouTube: