Maandelijks archief: augustus 2019

Jan Schoonhoven en Vermeer – Ritme van het Licht

Gezien op zaterdag 17 augustus 2019 in Museum Het Valkhof in
Nijmegen: twee reliëfs van Jan Schoonhoven (Delft 1914-Delft 1994).
Schoonhoven wordt wel de “Vermeer van de twintigste eeuw” genoemd.

“Beauty of style
and harmony and grace
and good rhythm
depend on simplicity;
the true simplicity
of a rightly and nobly
ordered mind”
Plato

Net als zijn 17de-eeuwse stadsgenoot Johannes Vermeer was de
Delftse kunstenaar Jan Schoonhoven (1914-1994) gefascineerd door
het ritme van het licht. In de stralend witte reliëfs van Jan
Schoonhoven draait alles om ritme en licht. Geometrische ordening.
Een ritmische herhaling van een klein aantal basisvormen in reliëf.
Stralend wit om de werking van het licht zichtbaar te maken.

Begin jaren zestig begon Jan Schoonhoven met het vervaardigen van
witte, seriële reliëfs. Deze reliëfs zijn gemaakt van materialen
zoals gips, hout, papier-maché, karton en witte latex.

Er gaat een rustgevende eenvoud en stralend licht uit van de
werken van Jan Schoonhoven, net als in de schilderijen van Vermeer.
Voor beide Delftenaren is het licht het eigenlijke onderwerp van
hun werk. Schoonhoven werkte van 1946 tot 1979 bij de Centrale
Afdeling Gebouwen van (het toenmalige staatsbedrijf) PTT. Het
kunstenaarschap van Schoonhoven speelde zich af in de avonduren
en de vrije weekenden. Zowel Vermeer als Schoonhoven woonden hun
hele werkzame leven in Delft. Vandaar dat Schoonhoven in Delft
wel “de Vermeer van de twintigste eeuw” wordt genoemd.
“In quiet light and concentration” is ook op het werk van Schoonhoven
van toepassing.

Bij Vermeer zien we het verschijnsel ritme in de rijen witte en
zwarte marmeren vloertegels in de “Muziekles” uit Londen.

Of in het ritme van de loden strippen in het glas-in-lood raam in
“De Soldaat en het Lachende Meisje” in de Frick Collection, New York.

De ritmische herhaling van stadsgezichten-cartouches aan weers-
zijden van de landkaart in “De Schilderkunst” in Wenen.

Het geometrische ritme geeft ook stevigheid aan zijn composities
en versterkt de ruimtewerking. Er zit ook een ritme in de wijze
waarop het licht door het raamvenster de binnenkamer in stroomt,
hoe het licht via een diagonaal van linksboven naar rechtsonder,
trapsgewijs en ritmisch in sterkte afneemt. Er zit een muzikaal
ritme in het licht van Vermeer.

In Museum Het Valkhof in Nijmegen zijn momenteel twee reliëfs van
Jan Schoonhoven te zien ; een vroeg, klein reliëf uit 1965 en later,
rijp werk Reliëf r85-1 uit 1985.

In de loop van de jaren tachtig ontwikkelt Schoonhoven een nieuwe
vorm in zijn reliëfs, die doet denken aan dakpannen. Hierbij maakt
hij gebruik van karton, dat hij beschildert met halftransparante
witte latex-verf, dat het werk een schilderachtig effect geeft.
Er onstaat een paradox tussen het kwetsbare, tijdelijke materiaal
en het streven naar objectivering en tijdloosheid van het kunstwerk.
Onder invloed van wisselingen van de lichtval op het oppervlak
verandert het werk van vorm en daarmee van sfeer en uitstraling
op de beschouwer.

In zijn eigen woorden: “opeenvolging van één motief, één ding,
één object, één deel van de geïsoleerde realiteit door herhaling
houdt, behalve ritme en tijd, tegelijkertijd, vanwege de herhaling,
een suggestie van afwezigheid van tijd, van tijdloosheid in….”

Samen met andere kunstenaars richtte Schoonhoven in de jaren zestig
de Nul-groep op, die zich afzette tegen Cobra en streefde naar een
objectieve kunst, die ontdaan was van alle subjectieve emotie en
waarin de individuele rol van de kunstenaar tot een minimum werd
beperkt. Schoonhoven paste de voor Nul geldende stijlkenmerken toe
in zijn werk, zoals de ritmische ordening van min of meer gelijkvormige
elementen en de keuze voor het monochrome wit. In zijn reliëfs draait
alles om de werking van het licht, net als bij Vermeer.

Zijn zoektocht in de kunst wordt het best samengevat in zijn uitspraak:

“Je moet streven naar een minimum,
maar anoniem gaat het nooit”.
Jan Schoonhoven

De zwart-witte Vermeer-tegelvloer in mijn atelier heeft ook iets
rustgevends door de strakke geometrische werking ervan. Het “juiste
ritme en de edele orde” waar Plato over spreekt.
Misschien zit de voorliefde voor het licht en een heldere geome-
trische ordening wel in de genen van Delftse kunstenaars. In Vermeer
en Schoonhoven.

In de AVRO/TROS tv-serie “Het Geheim van de Meester”, waarin een team
reconstructies maakt van beroemde kunstwerken, is ook een aflevering gewijd
aan Jan Schoonhoven. Deze is terug te zien via deze link:
https://www.npostart.nl/het-geheim-van-de-meester/12-02-2019/AT_2109409

Op YouTube is deze trailer-video te zien van de film “Jan Schoonhoven
Official 18977” gemaakt door Sherman de Jesus uit 2005:

Vermeer en Lily James – Jong Meisje in het Licht bij het Raam

“Vermeer
est une mystère
en pleine lumière”
René Huyghe.

In het filmtheatercafé LUX in Nijmegen zag ik onlangs een grote
foto van een jong meisje, mooi in het licht gezet bij een raam,
die mij recht in mijn hart trof als liefhebber van Vermeer.

Bij navraag bleek het om de jonge actrice Lily James te gaan.
In de film Darkest Hour uit 2017 over de Britse premier Winston
Churchill speelt zij de rol van zijn persoonlijke secretaresse
Elizabeth Layton tegen het decor van de Churchill War Rooms
ten tijde van de Tweede Wereldoorlog.

“In Quiet Light and Concentration”. Mooie en heldere vrouw.
Verstild sprankelend in het licht. Haar ogen fonkelen het beeld
tot leven.
Verzonken in haar eigen mysterieuze gedachtenwereld, die je
nieuwsgierig laat raden naar wat er in haar omgaat…..
Een mysterie in helder daglicht.
Helemaal “Vermeer”.

De Parel van Vermeer – Het Interieur als Juwelen-kijkdoos

Een beschouwing over de interieur-schilderijen van Vermeer
bezien als juwelen-kijkdozen. De parel als tijdloze metafoor
van een zeventiende-eeuwse schilder/dichter.

“All art is
autobiographical.
The pearl is
the oyster’s
autobiography”
Federico Fellini

In de briefschilderijen van Vermeer keert steeds het juwelen-
kistje, als attribuut terug, al of niet vergezeld van een parel-
snoer.
De interieurs van Vermeer met een mooie jonge vrouw zijn
als een oesterschelp voor een kostbare parel.
Een juwelen-kijkdoos.

In mijn atelier heb ik deze opnamen gemaakt van een gerecon-
strueerd Vermeer-stilleven met replica’s van de juwelendoos en
parels, zoals die te zien zijn op Vermeer’s schilderij Lady
Writing a Letter in de National Gallery in Washington.

Dezelfde met parels bezette juwelendoos is te zien in Vermeer’s
schilderij “Mistress and Maid” in de Frick Collection in New York.

De parel is misschien wel de meest in het oog springende
metafoor van de schilder-dichter Vermeer, als hij het jonge
Meisje met de Parel in het Haagse Mauritshuis schildert:
“Zij is als een parel”.

In de tijd van Vermeer was een echte parel een zeldzaamheid.
Geschat wordt dat in 1 op de 15000 wilde oesters een parel zit;
de grote druppelvormige parel van het Meisje met de Parel moet
een imitatieparel van glas zijn geweest.


Het hart van elke Vermeer is een jonge vrouw. Zij is de parel,
die de schilder Vermeer tot een zacht glanzend, lichtend juweel
omtovert. In de Briefleester in Blauw uit het Rijksmuseum is een
geopende juwelendoos in silhouet te zien.

Parels ontstaan in oesterschelpen als inkapseling van een pijnlijk
insluitsel binnenin de schelp. Schoonheid, die voortkomt uit pijn…..
Schoonheid die troost geeft voor alle pijn.

Vermeer’s Vrouw met Waterkan uit New York Metropolitan Museum is een
juwelen-kijkdoos waarin de meester-juwelier de parel toont, om haar
schoonheid optimaal tot haar recht te laten komen en te versterken.
Zodat zij uit zichzelf licht lijkt te geven. Het is alsof hij zijn
lief in een doosje wilde doen.

Ook een leeg Vermeer-interieur heeft “her own kind of beauty”.
Lady Standing at the Virginals, National Gallery, Londen.
Zoals het licht speelt over een witgekalkte muur, de zwart-wit
tegelvloer of door het glas-in-lood van de ramen; ook in mijn
eigen “Vermeer-atelier”-reconstructie op ware grootte.

Een Vermeer-interieur is ook een soort kijkdoos. Alsof je
recht in een kubusvormige doos kijkt, gevuld met licht.
Zoals Simon Schama het verwoordt:
“A stunning, light filled cube”.

Ook de diamant leent zich als dichterlijke metafoor voor de
lichtschilderijen van Vermeer. Het licht lijkt uit de steen
zelf te komen, zoals soms bij een Vermeer het licht van binnen
uit het schilderij lijkt te stralen. Een lichtende steen met
vele facetten. Door het oeuvre van Vermeer vanuit steeds ver-
schillende invalshoeken te belichten, licht steeds een ander
facet ervan op. Dat maakt Vermeer ook zo’n rijke inspiratie-
bron voor hedendaagse kunstenaars, fotografen en filmmakers.



Licht, styling, enscenering, symboliek, compositie, kleur,
theaterregie, de vrouw als model, kostuums, kap en grime,
poëtische metaforen, fotografische effecten, optica, gebruik
van props en attributen, staging, beeldconcept, zen-meditatie,
verstilling, mystiek, evenwicht en rust in de ziel, schoonheid,
schilderijen in het schilderij, schildertechniek, verfgebruik,
beeldregie, regieaanwijzingen voor de liefde, interieur-
inrichting, de psychologie van het verlangen, kijken en zien,
waarneming en verbeelding, het zit er allemaal in, in dat
betrekkelijk kleine oeuvre van 35 schilderijen….

Als slotakkoord een klaterende waterval van parels in de
Vrouw met Weegschaal in de National Gallery of Art in
Washington.