Maandelijks archief: januari 2020

“Vermeer Revisited”- Dialoog tussen 17e en 19e Eeuwse Genreschilderkunst

Net als in onze tijd stonden kunstenaars in de 19e eeuw in de eeuwen-
oude traditie van het variëren op het werk van anderen, zoals Vermeer
zelf dat ook deed met het werk van de genreschilders in zijn eigen
tijd. Twee voorbeelden: de Amsterdamse schilder Nicolaas van der
Waay en de Oostenrijker Franz Xaver Wolf, bij wie de invloed van
Vermeer duidelijk aan te wijzen is.

“Seek not to follow
in the footsteps of
the wise.
Seek what they sought”
Basho

 

Nicolaas van der Waay (Amsterdam 1855-1936)
De negentiende-eeuws geschoolde kunstenaar Nicolaas van der Waay
is het meest bekend geworden door zijn schilderijen met Amsterdamse
weesmeisjes. Dit Lezend Meisje is duidelijk geïnspireerd op de Brief-
lezende Vrouw in Blauw van Vermeer. Dit is één van de eerste schil-
derijen van Vermeer, die halverwege de 19e eeuw in het openbaar te
zien was, nadat de privé-verzamelaar Adriaan van der Hoop (1778-
1854) zijn schilderijen-collectie had nagelaten aan de stad
Amsterdam in 1854.

Van der Waay maakte een reeks tekeningen en schilderijen naar model-
len uit het Amsterdamse Burgerweeshuis, gekleed in hun typische rood-
zwarte kleding, zoals dit model, staande voor een spiegel tegen de
achtergrond van een witgekalkte muur.

Een van zijn bekendste werken is Kerkgang van Burgerweesmeisjes,
geschilderd rond het begin van de 20ste eeuw, dat bewaard wordt in
het Amsterdams Historisch Museum. Elke zondag gingen de burgerwezen
in een lange stoet van het Burgerweeshuis naar de Westerkerk aan de
Prinsengracht of naar de Nieuwe Kerk op de Dam.

Het thema van het lezen van een boek keert regelmatig terug bij de
“Burgerweesmeisjes”-schilderijen van Van der Waay. De natuurlijke
verstilling en concentratie en de schoonheid van een jong meisje
in het licht bij het raam blijft steeds nieuwe generaties kunste-
naars aantrekken en betoveren.

“One of the pleasures
of reading old letters
is the knowledge
that they need no answer”
Lord Byron

Het Lezende Meisje van Nicolaas van der Waay oogt vlot en spontaan
geschilderd, de Blauwe Briefleester van Vermeer heeft een meer foto-
grafische look en is meer het resultaat van een bedachtzame studie
van compositie, licht en kleur. Vermeer nam alle tijd.
Zijn werken zijn veel subtieler en verfijnder “in elkaar gezet”.
Het is een kleine wereld die Vermeer op zich laat inwerken, een
wereld waarin hij geheel en al oog kan zijn.

De Brieflezende Vrouw in Blauw is omgeven door een aura van inti-
miteit. Zij gaat volledig op in haar eigen, besloten wereld. De
beschouwer weet niet wat er in de brief staat die ze leest en wie
de brief geschreven heeft, wat de scene op subtiele wijze een
geheimzinnige en raadselachtige onderhuidse spanning meegeeft.

Hoewel Franz Xaver Wolf (Oostenrijk, 1896-1990) het grootste deel
van zijn leven in de 20e eeuw leefde en werkte, heeft zijn werk alle
kenmerken van de negentiende eeuwse traditionele genreschilderkunst,
sterk beïnvloed door de Hollandse meesters uit de Gouden Eeuw.

Het schilderij Die Musikstunde is geïnspireerd op The Music Lesson
van Vermeer in de Royal Collection in Londen.
Het schilderij in het schilderij is de Molen van Wijk bij
Duurstede van Jacob van Ruijsdael in het Rijksmuseum.

Deze Briefleserin van Franz Xaver Wolf heeft twee Vermeer-beeld-
citaten: Die Briefleserin in Dresden en de Liefdesbrief (uitsnede)
uit het Rijksmuseum als schilderij in het schilderij.

Deze Briefleserin doet denken aan een Oostenrijkse versie van de
Briefleester in Blauw van Vermeer in het Rijksmuseum. Het schilderij
in het schilderij is Het Laantje in Middelharnis van Hobbema,
National Gallery, Londen.

Het compositieschema van deze Musikstunde is ontleend aan
Vermeers meesterwerk De Schilderkunst in het Kunst Historisches
Museum in Wenen.
Het opzij geschoven gordijn en de tafel met stilleven fungeren als
repoussoir. Het schilderij in het schilderij is Het Parelsnoer
uit Berlijn.

Ook dit schilderij van een Lezende Rabbijn is van Franz Xaver Wolf.
De levenslange studie en toewijding van de rabbijn aan de wijsheid
en mystiek van de Talmoed en de Thora doet mij denken aan eenzelfde
houding van Vermeer tot de schilderkunst. De historicus Huizinga
omschreef ooit Het Melkmeisje van Vermeer als een “heiliging van
het alledaagse”.

Op Internet is deze PDF These te vinden: “Antwoorden aan Vermeer”
door Myrthe Krom uit 2015, als aanzet voor het symposium
“Discovering Vermeer” in het Rijksmuseum in 2016.

Krom%2C_M.K._1.pdf?sequence=1

Op YouTube is deze muziek-video te vinden van Herb Weidner “The
Orphans” naar het schilderij “Kerkgang van Burgerweesmeisjes”
van Nicolaas van der Waay:

Vermeer – Pointillisme en Pixels in de Schilderkunst

Vermeer hanteert in zijn schilderijen soms een pointillistische
schildertechniek van verfstipjes in de hooglichten, die het licht
tot sprankelen brengen. Er is een verwantschap met het impressionis-
tische pointillisme van Georges Seurat en de moderne “digitale”
pixel-schildertechniek van Chuck Close.

“Some say they see
poetry in my paintings.
I only see science”
Georges Seurat

De pointillistische techniek, die zo kenmerkend is voor schilderijen
van Vermeer, is een aanwijzing dat hij waarschijnlijk gebruik maakte
van een camera obscura als hulpmiddel om zijn beelden te componeren.
Diffuse hooglichten als in de broden in het stilleven van Het Melk-
meisje kunnen verschijnen in een deels onscherp gesteld beeld op het
matglas van een camera obscura.


Soortgelijke pointillé-verfstippen in de hooglichten zijn ook te zien
op de in het morgenlicht glinsterende haringboten in het spiegelende
water bij de Rotterdamse Poort en het gebladerte van de bomen in het
Gezicht op Delft. Met name Het Gezicht op Delft doet heel impressio-
nistisch aan, door het uitbundige gebruik van lichtstippen/
pointillé‘s, kenmerkend voor de periode rond 1660 van Vermeer, de
vroege meesterwerken, waartoe ook Het Melkmeisje behoort.


In zijn latere werken als de Staande Clavecimbelspeelster uit Londen
en de Dentellière uit het Louvre in Parijs, ontstaan in de periode
rond 1670, maakt Vermeer veel spaarzamer en delicater gebruik van
pointillé’s en laat hij kant, linten en garendraden fonkelen als
oplichtende edelstenen nat-in-nat ingebed in gladde email-achtige
verflagen.


Een hedendaagse variant van pointillé’s zijn digitale pixels. Wat
opvalt als Vermeer-beelden “verpixeld” worden, is dat zijn krachtige
composities moeiteloos overeind blijven. Vermeer was niet alleen
een meester van het licht, maar ook een grootmeester in de beeld-
compositie.

De Franse impressionist Georges Seurat (1859-1891) ontwikkelde een
op de wetenschappelijke kleurenleer gebaseerde schildermethode om
nieuwe kleuren te creëren door onvermengde verfstippen zo naast
elkaar te plaatsen dat de kleuren van een afstand bezien door het
oog van de beschouwer zelf “gemengd” worden, in plaats van eerst
op traditionele wijze door de schilder met verf gemengd te worden
op het palet.
Deze kunststroming zou de geschiedenis ingaan als het Pointillisme.
Bekende pointillisten zijn Georges Seurat, Paul Signac, Theo van
Rijsselberghe.

Une Dimanche d’été à la Grande Jatte is een van de meesterwerken
van het pointillisme van Georges Seurat. De intuitieve lichtstippen
van Vermeer om in verf sprankelend licht te suggereren worden bij
Seurat de basis van een geheel eigen schilderstijl/methode. Een be-
kende uitspraak van Seurat is: “Some say they see poetry in my
paintings. I only see science”. Voor de zeventiende-eeuwer Vermeer
waren kunst en wetenschap ook meer één discipline dan in deze tijd.
Optica (camera obscura) en schilderkunst lagen voor Vermeer in el-
kaars verlengde, net als voor Seurat een wetenschappelijke kleuren-
leer aan zijn kunst ten grondslag lag. Vermeer’s interieurs zijn een
soort “Wunderkammers” van een kunstenaar/onderzoeker op zoek naar
schoonheid. Ontstaan in zijn “licht-laboratorium”, gedreven door
nieuwsgierigheid en verwondering.

In de huidige tijd bouwt de Amerikaanse fotorealistische schilder
Chuck Close uit New York zijn portretten op met geschilderde pixels.
In zijn werk komen polaroid-fotografie, digitale pixelbeelden en
schilderkunst samen. Elke pixel is hier een klein abstract schil-
derijtje op zichzelf.

Natura Artis Magistra. Zoals zo vaak is de natuur de leermeesteres
van de kunst. Zoals zonlicht door beukenbladeren schijnt en een
eindeloze variatie van groene licht- en kleurvlekjes tevoorschijn
tovert, is pointillisme een van de zichtbare natuur zelf afgeleide
visie en schilderstijl.

Of zoals jonge sterren fonkelen in een open sterrenhoop in een
nevel als NGC 602 in de Kleine Magelhaese Wolk aan de zuidelijke
sterrenhemel of zonlicht dat lichtvonken doet dansen op de golven
van het water in de zee op een zomerse dag.

Op YouTube is deze video over het pointillisme van Georges Seurat
te zien aan de hand van zijn meesterwerk Dimanche d’été à la
Grande Jatte:

Johannes Vermeer – De Signaturen

De “definitieve” signatuur van Vermeer in zijn rijpe werk is een
juweel op zich. Het monogram van de I, de V en de M inéén is als een
logo voor de schilderkunst van Vermeer.

“Everything you do
is a signature of yourself.
So sign it with style”

25 van de 35 algemeen geaccepteerde Vermeers dragen een signatuur.
Vier in het verleden vermelde signaturen zijn heden ten dage niet
meer zichtbaar. Drie schilderijen droegen ooit de signatuur van andere
kunstenaars, alvorens correct aan Vermeer toegeschreven te worden.
Slechts drie signaturen worden vergezeld van een datering.

Ook in zijn signatuur zien we Vermeers zoektocht naar klassieke vol-
maaktheid, die zo kenmerkend is voor zijn oeuvre. Het zoeken naar de
ultieme signatuur, als een vormgever op zoek naar de ideale vorm.
Als een soort logo bijna.

De ultieme signatuur van Vermeer oogt als een monogram in strakke
Romeinse drukwerkletters met daarachter meer vloeiende, cursief
geschilderde handschriftletters. Dit vind ik zijn mooiste signatuur.

Op de website Essential Vermeer van Jonathan Janson is deze fac-
simile te vinden van alle signaturen op 25 Vermeer-schilderijen.

De signatuur krijgt bijna iets van een zegel, een stempel, een car-
touche in drukwerkletters, met name de kapitalen M, V en I van het
monogram in een Romeins/latijns lettertype, dat doet denken aan het
huidige klassieke Times New Roman-lettertype.
Het lijkt aannemelijk dat het gebruik van het Romeinse lettertype in
het monogram iets zegt over het streven van de kunstenaar Vermeer om
zijn kunst te verbinden met de waarden van de kunst uit de Klassieke
Oudheid. De cursieve e’s en r’s van Vermeers signaturen zijn ontleend
aan een unieke schrijftrant ontwikkeld in de Renaissance, bekend als
“cursiva humanistica”.

In 1509, Luca Pacioli published Divina Proportione (“Divine Propor-
tions”) in which he discussed mathematical proportions and their
applications to geometry, perspective, architecture and the Roman
letter alphabet. Pacioli’s alphabet, based on the work of Leonardo
da Vinci, met a widespread demand for those who wanted to know how
to construct “perfect” Roman letters.
While there is no evidence that Vermeer knew any of these texts we
might imagine that Pacioli’s description of his own volume was well
suited to the Dutch artist’s temperament: “A work necessary for all
the clear-sighted and inquiring human minds, in which everyone who
loves to study philosophy, perspective, painting, sculpture, archi-
tecture, music and other mathematical disciplines will find a very
delicate, subtle and admirable teaching and will delight in diverse
questions touching on a very secret science.”
Bron: Essential Vermeer website


De spreuk op het lid van het clavecimbel op de Muziekles uit de
Royal Collection in Londen laat zien dat Vermeer bekend was met het
Romeinse lettertype en Latijnse teksten.
Musica Letitiae Comes Medicina Dolorum: Muziek is de Metgezel van
de Vreugde en het Medicijn voor het Lijden.

In vergelijking met andere Hollandse genre schilders variëren de
signaturen van Vermeer aanzienlijk in positie, relatieve grootte
en vormgeving. Gezien zo’n ongebruikelijke variatie moet het vast-
leggen van zijn naam op zijn werk voor Vermeer een bijzondere
betekenis hebben gehad.

Vermeer streefde meer naar een monogram in drukletters, alsof die
gestempeld/gedrukt was, dan naar een zwierige met losse hand ge-
schilderde signatuur. Net zoals hij zijn schilderijen eruit wilde
laten zien als licht-afdrukken van het licht zelf. De boekdrukkunst
bestond al lang in de 17e eeuw , de fotografie als langs chemische
weg verkregen lichtafdruk zou pas 200 jaar later uitgevonden worden
in de 19e eeuw.

Letterkeuze in monogram: het was voor de hand liggend geweest om te
kiezen voor de hoofdletter V van Vermeer in zijn monogram. Maar wel-
licht vond Vermeer de V een te wankele en “onrustige” letter, omdat
die maar op één punt rust. De M in de naam Vermeer is veel rustiger
en stabieler en past in een rechthoekige vierkant, en weerspiegelt
zo het favoriete formaat van zijn schilderijen.
Het monogram bevat in wezen drie letters: I, M en V. De V zit
ingebed in de M: Ioannis Ver-Meer.

Vermeer besteedde veel aandacht aan zijn signatuur. Aandacht maakt
alles mooier. Zijn signatuur heeft de zeggenskracht van een state-
ment: de combinatie van “imitatie van machine” (drukletters) en
“vrije hand” (schrijfletters). Ook zijn schilderkunst is een combi-
natie van “imitatie van machine” (camera obscura) en “vrije hand”
(losse penseelvoering). Deze signatuur is van De Liefdesbrief,
Rijksmuseum Amsterdam.

Alleen op het kleine paneel Meisje met Rode Hoed uit Washington
heeft hij met een zuiver monogram gesigneerd op het wandtapijt
in de achtergrond.

De handtekening van Vermeer op documenten verschilt duidelijk van
zijn kunstenaar-signatuur op zijn schilderijen. Het verschil doet
denken aan het verschil tussen handschrift en drukwerk.
Deze handtekening van Vermeer is afkomstig uit een notariële akte
voor een schuld van 250 gulden die Vermeer’s vader in 1648 had
laten opstellen samen met een zeekapitein Johan van Santen.
De signatuur is van De Liefdesbrief uit het Rijksmuseum Amsterdam.

De Vermeer-signatuur op de Gitaarspeelster in Kenwood House, Londen
ligt verborgen in de schaduw bij het raamgordijn.

“Stempel”-vormige signaturen bestaan al sinds de oudheid. In het
oud-Egyptische hiëroglyfen-schrift werd de naam van de farao ge-
schreven in een cartouche, zoals de koningsnaam van Ramses II op
de muren van zijn tempel in Abu Simbel.

Oud-chinese inktschilderingen werden voorzien van rode stempel-
merken, zoals dit exemplaar in het Metropolitan Museum of Art
in New York.

De Weense kunstenaar Egon Schiele (1890-1918) signeerde zijn werk
met een handgeschilderde stempel-achtige signatuur, geïnspireerd
door Japanse signatuur-stempels.

Jonathan Janson onderscheidt vier type Vermeer-signaturen, Type c
geldt als de klassieke Vermeer-signatuur en is te vinden op De
Liefdesbrief en de Gitaarspeelster. Type d staat op de landkaart
in De Schilderkunst in Wenen. Type a op het Slapend Meisje in New
York en Het Straatje in Amsterdam. Type b op Martha en Maria in
Edinburgh en De Koppelaarster in Dresden.

Op de meeste afbeeldingen in dit blogstukje is de Vermeer-
signatuur weergegeven in lichtgeel, om de “leesbaarheid” te
vergroten in het schilderij.

Op Het Glas Wijn in Braunschweig is de kleine signatuur terug te
vinden in het glas-in-lood raam.

Op De Geograaf in Frankfurt staat een dubbele signatuur, op de
kastdeur en op de achtergrond-muur, met datering in Romeinse
letter-cijfers (1669). Het schilderij is een van de enige drie
Vermeers met een datering bij de signatuur, naast De Astronoom
uit het Louvre in Parijs en De Koppelaarster in Dresden.

Op YouTube is deze video te zien met signaturen van hedendaagse
celebrities:

“Connect Vermeer” website – Vermeer en zijn Tijdgenoten

De website connectvermeer.org is een interactieve website die de
bezoeker het netwerk laat ontdekken tussen Johannes Vermeer en zijn
tijdgenoten, zoals Pieter De Hooch, Gerard Ter Borch en Gabriël Metsu.
Een verhaal over rivaliteit en inspiratie.

“Whatever makes a distinction
produces rivalry”
Samuel Johnson

 

De website www.connectvermeer.org is in 2017 ontwikkeld door drie
grote Vermeer-musea: de National Gallery of Art in Washington, het
Louvre in Parijs en de National Gallery of Art in Dublin. Op deze
interactieve website kan de bezoeker zelf de verschillen en overeen-
komsten ontdekken tussen Johannes Vermeer en zestien tijdgenoten.

Als planeten draaien de Hollandse genreschilders om de lichtgevende
ster in het middelpunt in een denkbeelding zonnestelsel: Johannes
Vermeer. “Vermeer is Licht” schreef de Engelse historicus Simon
Schama al.
Dit zijn de zestien Hollandse genreschilders van interieurstukken uit
de kringen rond Vermeer: Pieter De Hooch, Gabriël Metsu, Gerard Ter
Borch, Frans van Mieris, Nicolaes Maes, Jan Steen, Gerard Dou,
Godfried Schalcken, Cornelis de Man, Michiel van Musscher, Jacob
Ochtervelt, Ludolf de Jongh, Eglon van der Neer, Cornelis Bega,
Quiringh van Brekelenkam en Caspar Netscher.

De website gaat uit van de overtuiging dat Vermeer niet die geniale
eenling was, die in volkomen afzondering zijn meesterwerken schiep,
maar dat hij in verbinding stond met een netwerk van Hollandse
genreschilders die uitblonken in huiselijke scenes van het alledaagse
leven van de gegoede burgerij en inspiratie putten uit elkaars werk.
De site maakt aanschouwelijk hoe Vermeer de inventies, ideeën, onder-
werpen van zijn tijdgenoten in feite gewoon overnam, maar die
vervolgens wel naar een hoger plan tilde en vervolmaakte tot een
absoluut hoogtepunt in de schilderkunst. Kortom: in het “wat” was
Vermeer niet bijster origineel, maar in het “hoe” blonk hij ver boven
alle anderen uit.

De Hollandse genreschilderkunst kende haar hoogste bloei tussen
1650 en 1675, precies de periode waarin Vermeer zijn meesterwerken
schiep. Vermeer stond aan de top van de pyramide van de vele kunst-
schilders die in de Hollandse steden tijdens de Gouden Eeuw werkzaam
waren. Vandaag de dag geldt Vermeer als de meester van die genre-
schilderkunst. De genreschilderkunst was een Hollandse uitvinding.
De Republiek der Zeven Verenigde Provinciën had zich “verlaten”
verklaard van de Spaanse koning en de politieke macht kwam bij de
burgerij te liggen. Dat nieuwe zelfbewustzijn wordt weerspiegeld in
de Hollandse genreschilderkunst, waarbij het dagelijks leven van de
gegoede burgerij zelf het favoriete thema voor kunstschilders werd.

Vermeer keek heel goed naar het werk van de anderen en wat hij goed
en interessant vond in hun werk, nam hij over. Om er vervolgens met
zijn eigen “fotografische camera obscura”- schilderstijl zijn eigen
draai aan te geven.
Door de onderlinge concurrentie, rivaliteit én inspiratie stuwden de
genreschilders elkaar op naar een steeds hoger niveau. Juist door de
hoge kwaliteit van hun werk, staande op hun schouders als het ware,
kon Vermeer die absolute top in de Hollandse genreschilderkunst
bereiken.

Achter de website ligt de aanname dat competitie en rivaliteit de
motor is achter alle groei, vooruitgang en kwaliteit. En dat dat ook
zou gelden voor Vermeer. Voor mij is dat slechts de helft van het
verhaal.
De beeld-ideeën van scenes uit het dagelijks leven van de gegoede
burgerij waren inderdaad al door anderen in wisselwerking en onder-
linge rivaliteit en competitie ontwikkeld en verfijnd. En Vermeer
maakte zelf ook deel uit van die kring van rivaliserende genre-
schilders.

Toch is Vermeer “anders” dan de anderen. Alsof hij put uit een
andere bron. De anderen waren allemaal meesterschilders. Maar
Vermeer was meer dan een schilder, hij was ook een “fotograaf”
avant la lettre. Hij maakte gebruik van een camera obscura bij het
ontwerpen en vervaardigen van zijn schilderijen en dat maakt het
grote verschil met zijn tijdgenoten. Dat was zijn “Think Different”
à la Steve Jobs van Apple. Zijn meesterzet, zijn “gedachten-sprong”.
Meerdere schilders gebruikten de camera obscura als hulpmiddel, ook
dat was op zichzelf niet nieuw.
Het vernieuwende van Vermeer was dat hij als schilder zijn hele
stijl en beeldtaal baseerde op de camera obscura, Met name in de
weergave van het licht. Daardoor zien zijn schilderijen er totaal
anders uit dan die van zijn tijdgenoten.

Juist door op deze website de schilderijen van Vermeer te verge-
lijken met die van zijn tijdgenoten wordt inzichtelijk hoe bijzonder
en uniek Vermeers schilderkunst is. Wat een Vermeer een “Vermeer”
maakt. Wat de verschillen en overeenkomsten zijn met zijn tijd-
genoten. Welke picturale kwaliteiten Vermeer-schilderijen zo tover-
achtig mooi maken.

Wat meteen opvalt in een museumzaal met een Vermeer tussen zijn
tijdgenoten is het licht, de heldere kleuren en de fotografische
“look” van Vermeer. Maar van dat alles bovenal het stralende licht……..
De Vermeers ogen als lichtgevende beelden. En Vermeer had als geen
ander oog voor abstractie. Het zijn de abstracte picturale kwali-
teiten van zijn beelden, die ze die magische zuiverheid en harmonie
meegeven.

Caspar Netscher en Johannes Vermeer – De Kantkloster
Verschil in kadrering; close-up in plaats van totaal-shot, wat
de intensiteit van concentratie versterkt. En het koele daglicht.

Pieter De Hooch en Johannes Vermeer – Goudweegster/Dame met Weeg-
schaal. Verschil in weergave en stemming van het licht. De Vermeer
heeft ook diepere lagen van betekenis en spiritualiteit.

Cornelis de Man en Johannes Vermeer – Geleerde/De Geograaf
Verschil in weergave en regie van het licht. En Vermeer drukt
ook hier meer een Idee uit. De concentratie van het denken en
waarnemen van de geleerde dat tot een nieuw inzicht leidt.
De Rede van de Verlichting.

Gerrit Dou en Johannes Vermeer – Clavecimbelspeelster
Alles blijft “groot gezien” bij Vermeer, Dou verliest zich in
overbodige details als fijnschilder. Naast de kalme rust en orde
van Vermeer ogen al zijn tijdgenoten rommelig en onrustig. Vermeer
heeft een kenmerkende heldere en krachtige vlakverdeling.

Gerard Ter Borch en Johannes Vermeer – Briefschrijvende Dame
Ter Borch is een fantastische figuurschilder maar
Vermeer zet zijn figuren overtuigender in de ruimte.
En bij Vermeer is er steeds die raadselachtige stilte……

Gabriel Metsu en Johannes Vermeer –
Briefschrijvende Jongeman en Clavecimbelspeelster
Gabriel Metsu komt van alle genreschilders in zijn beste momenten
het dichtst bij Vermeer. Hier valt de overeenkomst in het
compositieschema en geometrische `mondrianeske`ordening op.

Michiel van Musscher en Johannes Vermeer – De Schilder in zijn
Atelier Ook hier oogt de van Musscher rommelig en onrustig naast
de Vermeer. En ook hier overtuigt Vermeer veel meer in zijn weergave
van het licht, de ruimtelijke illusie en de monumentale compositie.

Op een bepaalde manier lijken Vermeer schilderijen losgezongen te
zijn van zijn tijdgenoten, als bloemen, die uit zichzelf zijn gaan
bloeien. Ja, de invloed van anderen is zichtbaar, maar de kunst-
historicus Friedländer verwoordde het treffend: “Vermeer is de
nachtegaal onder de mussen”. De schoonheid van Vermeer is van een
geheel andere, klassieke, tijdloze orde als die van zijn tijdge-
noten. Vermeer ontstijgt zijn eigen tijd, waar de anderen kinderen
van hun tijd gebleven zijn. Ieder op zijn eigen wijze meesterlijk,
maar toch meer gedateerd.

“A flower does not think
of competing to
the flower next to it.
It just blooms”