Dagelijks archief: 3 september 2022

Vermeer en de “Chambre Mentale” van Marc Le Mené – “De la Boîte Crânienne à la Chambre Photographique”

In de binnenkamer van Vermeer – in de dubbele betekenis van het woord –
is meer aan de hand dan een louter materialistisch vertoon van luxe en
rijkdom. In zijn beste momenten vindt in de “kijkdoos” van Vermeer in
mijn beleving een transformatie plaats van zijn eigen innerlijke en
spirituele verbeelding naar diens – door zijn gebruik van een camera
obscura als hulpmiddel -“fotografisch” weergegeven interieurs . Een
hedendaags concept van dit soort “kijkdoos-kunst” is ook terug te
vinden in het surrealistisch ogende werk van de Franse fotograaf/kun-
stenaar Marc Le Mené en de Amerikaanse “viewbox”-kunstenaar Joseph
Cornell.

“Closed in a room,
my imagination
becomes the universe,
and the rest of the world
is missing out”
Criss Jami

De Franse fotograaf Marc Le Mené noemt zijn imaginaire, surrealistisch
aandoende virtuele binnenkamers “chambres mentales”.
In bovenstaande afbeeldingen is het gegeven “De schilder in zijn ate-
lier” te zien, in de versie van de Franse fotograaf Marc Le Mené en de
zeventiende-eeuwse meester Johannes Vermeer.

Ook de binnenkamer van Vermeer kan beschouwd worden als een “Chambre
Mentale”, als een voorbeeld van “Spiritueel materialisme”.
In de binnenkamer van Vermeer – in de dubbele betekenis van het woord –
is meer aan de hand dan een louter materialistisch vertoon van luxe en
rijkdom. In zijn beste momenten vindt bij Vermeer een transformatie
plaats van materialisme in een spirituele, innerlijke werkelijkheid.
Martin Pops spreekt over “Consciousness and the Chamber of Being”.
Johanna Hartmann over “Interieurs als Seelenräume”. De Franse fotograaf
Marc Le Mené noemt zijn imaginaire, surrealistisch aandoende virtuele
binnenkamers “chambres mentales”.
Zij artistieke concept laat zich verwoorden als “La chambre mentale, de
la boîte crânienne à la chambre photographique”, wat vrij te vertalen
is als “De geestelijke kamer, van de binnenkamer in de hersenen naar de
kamer van de fotografie”.

Een interessant gegeven en een mooie invalshoek om naar de binnenkamers
van Vermeer te kijken. Er zit altijd een idee achter elke Vermeer. Ver-
meer is meer dan uiterlijk vertoon van de pracht en praal van de onvoor-
stelbare rijkdom van de zeventiende eeuw in Holland. De Embarrassment of
Riches zoals Simon Schama die beschrijft in zijn briljante
dissertatie zul je bij Vermeer niet vinden. Vermeer geeft een poëtische
sfeer en spirituele diepte aan zijn binnenkamer-taferelen, die hem ver
boven zijn tijdgenoten uit doet stijgen.

In dit fotowerk van Marc Le Mené zie ik een hedendaagse beeldecho van
De Astronoom van Vermeer in het Louvre.
Wat is een “chambre mentale” ? Het is tegelijk de fotografische camera
die beelden vastlegt en de hersen-binnenkamer in ons hoofd die een
interieur construeert in de eigen verbeelding. Een Vermeer-interieur is
zowel een bijna fotografisch nauwkeurig vastgelegd vastgelegd beeld,
maar tegelijk wel degelijk ook een constructie vanuit zijn eigen ver-
beelding., een chamber of imagination.

Interieurs als ‘Seelenräume’ – Jan Vermeer van Delft
De Duitse kunsthistorica Johanna Hartmann schreef een thesis met de inte-
ressante titel “Interieurs als Seelenraüme” over Johannes Vermeer van
Delft (München, 2003):
“Synopsis: Zu erörtern ist im Kontext des Seminars ‘der virtuelle Raum’,
ob es sich bei Vermeers Werken tatsächlich um virtuelle Räume handelt.
Des Weiteren stellt sich die Frage nach den ‘Seelenräumen’ und deren
Möglichkeit vorhanden zu sein. Diese Betrachtung ist weitaus diffiziler,
da man Seelenräume eigentlich weder visuell noch räumlich erfassen kann.
Bei Vermeer ist es möglich die versteckten Seelenräume zu erschließen.
Es ist verständlich, dass es uns heute schwerfällt eine Landkarte mit
Reichtum in Verbindung zu bringen, doch ein trauriges Mädchen mit einem
Liebesbrief, ruft wohl auch heute noch dieselben Assoziationen wie zu
Vermeers Zeit hervor”.
Andere intrigerende meer poëtische “out of the box-denken”- titels over
Vermeer zijn:
Martin Pops – Vermeer – Consciousness and the Chamber of Being uit 1984.
En Charles Seymour – Dark Chamber and Light-Filled Room: Vermeer and The
Camera Obscura uit 1964.
Titels uit een tijdperk waarin de verbeelding aan de macht was. In onze
tijd is het vooral hi-tech en geld dat de boventoon voert. Beide bena-
deringen hebben zo hun eigen mogelijkheden en beperkingen. De verbeel-
ding kan in Vermeer-onderzoek soms ontsporen in vage “Ins Blauen Hin-
ein-interpretaties”, maar louter accumulatie van harde feiten met dure
hi-tech scanners is mij ook te schraal en mager. Kunst is meer dan een
verzameling droge feiten, die de wetenschap ons biedt. Kunst is de
vlucht van en in de verbeelding. Ook in de bijna fotografisch nauw-
keurig weergegeven interieur-“kijkdozen” van Vermeer. Als Vermeer niet
meer was dan een serie documentair fotografisch vastgelegde stijl-
kamers uit de zeventiende eeuw in Holland, zouden we niet zo van Ver-
meer houden. Het is die ongrijpbare transformatie van feit naar ver-
beelding en poëzie, waarom de beelden van Vermeer ons blijven fas-
cineren.

Dame aan een vleugel en clavecimbel bij Marc Le Mené en Vermeer. Door
zijn eigen hoofd hier binnen het beeldvlak mee te fotograferen, is goed
de schaalgrootte te zien van zijn vaste “kijkdoos”-maquette-opstelling,
waarin hij zijn surrealistische collages assembleert en vervolgens foto-
grafeert. Net als PTA Swillens en Philip Steadman, ben ik ervan over-
tuigd dat Vermeer zijn interieur-taferelen steeds assembleerde vanuit
steeds dezelfde lege hoek van een kamer, die voor hem fungeerde als
een kijkdoos, en die hij kon observeren in een kaderende spiegel of
een camera obscura-tent. Het geniale van Vermeer’s verbeeldings-
kracht is, hoe hij steeds dezelfde hoek van een kamer er toch keer op
keer zo totaal verschillend uit kon laten zien. Hij ging bij het as-
sembleren van zijn “kijkdoos-collage” uit van een volkomen leeg inte-
rieur om zijn compositie als in een soort mini-theater steeds weer als
een tableau vivant “from scratch” op te kunnen bouwen.

In sommige chambres mentales speelt Le Mené met licht en spiegels, ge-
heel in de geest van Vermeer.

L’invention de la chambre mentale.

Gedurende een periode van dertig jaar heeft Marc Le Mené een veelvoud
van scenes geassembleerd in een vaste kijkdoos/maquette om deze vervol-
gens te fotograferen. Tussen werkelijkheid en fantasie, humor en poëzie,
laat hij zijn beelden ook kruisbestuiven met andere kunstvormen om zijn
eigen “fantasmen van een fotograaf” in zijn fotoserie “La Chambre Men-
tale” te realiseren. Muziek, beeldhouwkunst, sterrenkunde, dans, theater,
architectuur, schilderkunst, psychologie worden in elkaar geweven in een
soort mentaal zelfportret. Een gepassioneerde fotografische ontdekkings-
tocht van de eigen verbeelding.

Ook verschijnen er in zijn kijkdoos hoofden van klassieke Griekse en Ro-
meinse beeldhouwwerken, wat zijn liefde voor de klassieke kunst naast die
voor het moderne surrealisme laat zien. Goede kunst bouwt voort op tra-
ditie van de klassieken en voegt er een vernieuwende visie aan toe.

In een periode van twintig jaar is een serie van 250 fotowerken ontstaan
van groot formaat opnamen in zwart-wit van 35 x 35 cm met fotoafdrukken
van 60 x 61 cm.
De door Marc Le Mené ontworpen “chambre mentale” is de fotografische
kamer, die zelf tot een tussenschakel wordt van de eigen binnenkamer in
zijn hersenen, waar de droom-beelden worden gevormd, die in de fotogra-
fische kijkdoos worden gevangen en met de fotocamera worden vastgelegd.
Het motief van de kijkdoos en in bredere zin van de besloten ruimte
heeft hij tot zijn werkdomein gekozen, waarin hij zijn composities en
zijn naar het surrealisme neigende taferelen in scene zet. De surrealis-
tische beelden van Marc Le Mené nodigen uit tot een ontdekkingsreis in
de eigen geest en verbeelding.

Hier experimenteert Marc Le Mené met verschillende kaders en de effecten
van kadrering op onze manier van kijken naar een onderwerp en hoe we dat
dan ervaren.

Alle fotowerken uit de serie Chambre Mentale leggen in zwart-wit een sce-
ne vast in een ruimte, een kubus die eruit ziet als een kamer, aan alle
zijden gesloten, behalve de zijde waar de lens van de fotocamera en dus
ons oog zich bevindt. In de linkerzijde van de kubus-kamer bevindt zich
een raam, in de achterzijde een deur.
De Chambres Mentales van Marc Le Mené bieden ons, door hun onverwachte
associaties, hun bedrieglijke lichteffecten, hun absurde of tragische
karakter en hun verwijzingen naar literatuur, schilderkunst of film,
een kaleidoscoop van de verbeelding. In een kleine, besloten ruimte
nodigen ze de beschouwer uit tot een gepassioneerde ontdekkingsreis in
de geestverruimende verbeelding van de innerlijke ziel.

Zwevende figuren als donkere engel-silhouetten en acrobaten die door een
grote hoepel springen roepen surrealistische, niet in de werkelijkheid
bestaande associaties op. Droombeelden. In de kijkdoos van de verbeel-
ding is ruimte voor een andere, vreemdere, spannendere werkelijkheid dan
de alledaagse.

“In de begintijd van de fotografie, in het midden van de 19e eeuw, ont-
stond er grote onrust onder de academische kunstschilders bij de komst
van dat nieuwe apparaat – de fotocamera – dat de werkelijkheid zo nauw-
keurig kon vastleggen. Vooral portretschilders beschouwden de fotografie
meteen als een gevaarlijke concurrent en bedreiging voor hun vakgebied
en broodwinning. Hoewel de eerste gebruikers van de fotocamera voorna-
melijk voormalige kunstschilders waren, vergaten zij dat de schilder-
kunst op zichzelf een mentaal proces is; dat schilderkunst nooit echt
een getrouwe weergave van de werkelijkheid kan bieden, aangezien elk
schilderij niet meer dan slechts een vertaling van de werkelijkheid is
in de ogen en handen van de betreffende kunstschilder.

De grens tussen fotografie en schilderkunst bleef strikt gescheiden tot-
dat in de jaren 1920 kunstenaars als Moholy-Nagy, Man Ray en andere leden
van de Dada-groep er de mogelijkheid in zagen van een nieuwe visie, en
de fotografie gingen gebruiken op de manier van de schilderkunst.
Niet om een tastbare werkelijkheid heel precies en nauwkeurig weer te
geven, maar veeleer om een eigen mentale, subjectieve, persoonlijke wer-
kelijkheid te construeren, dan een objectieve wereld na te bootsen. Met
de uitvinding van de fotomontage is de afscheiding van de klassieke fo-
tografie definitief geworden, aangezien bij de fotomontage de afzonder-
lijke beeldelementen, naar wens op schaal verkleind of vergroot, slechts
dienden als bouwstenen voor het definitieve beeld. In de fotomontage
ligt de ruimte voor onbegrensde creatieve mogelijkheden open. Door het
concept van de Chambre Mentale te bedenken, een verkleinde kamer waarin
hij allerlei soorten scenes kan opbouwen, creëert Le Mené voor zichzelf
een speelveld van ongekende mogelijkheden. Omdat de “chambre mentale”
zowel de “fotografische kamer” symboliseert als de “kijkdoos in de
eigen hersenen”. En daarmee alle mogelijke werelden, werkelijkheid of
fantasie, alles wat echt is of echt zou kunnen zijn, maar ook alles wat
onecht is en het niet zou moeten zijn. Tussen die drie muren, die vloer
en dat plafond met die overdreven vluchtlijnen, in die kleine slechts
door een armzalig peertje verlichte ruimte, waarin slechts een eenvou-
dige deur en een gesloten raam de enige openingen zijn naar de buiten-
wereld, is de fotograaf-constructeur zo vrij als een vogel, omdat geen
enkele beperking, in welk opzicht dan ook, hem nog in de weg zit”.
Bruno Delarue

Kijkdoos van Joseph Cornell met een schilderij van een Medici-prinses
uit de Renaissance.

“The American artist Joseph Cornell pioneered the practice of assem-
blage with his signature multimedia “shadow boxes”.
In these poetic, associative works, the artist combined found objects,
painted surfaces and collage. Cornell was a major collector of every-
day ephemera, and his materials ranged from marbles and toys to maps and
seashells. Film was a major influence, and the artist also made his own
surreal, experimental works of cinema”.

Deze foto van Joseph Cornell, in contemplatie voor een van zijn eigen
kijkdoos-scheppingen, doet denken aan een beschouwer voor een Vermeer-
schilderij. Schouwend in een kijkdoos van licht.
De Engelse historicus Simon Schama omschreef een Vermeer-interieurschil-
derij treffend als een ‘Lightfilled Cube”. Een kubus van licht.

In de kijkdoos-kunstwerken van Cornell zijn sterrenkaarten te vinden van
de sterrenhemel, foto’s van filmsterren of schilderijen van een jonge
Medici prinses uit de Renaissance.

Ook in de “view boxes” van Joseph Cornell komt Vermeer om de hoek kijken.
De interieur-schilderijen van Vermeer belichamen het ideaal van een Hor-
tus Conclusus, een kleine besloten ruimte, waarbinnen de chaos en geweld
van de “boze buitenwereld” worden buitengesloten, de innerlijke angsten
en demonen van de mens worden bezweerd, en een klein paradijs kan be-
staan van schoonheid, harmonie, evenwicht, stilte, licht en concentratie.
De eerlijkheid gebiedt wel te zeggen dat er een wereld van verschil is
in kwaliteit van uitvoering tussen de interieurschilderijen van Vermeer
en de kijkdoos-fotowerken van Marc Le Mené en en de view boxes van
Joseph Cornell. Anderzijds konden deze hedendaagse kijkdoos-kunstenaars
zich een vrijheid en fantasie veroorloven en surrealistische werelden
ontsluiten, die in de zeventiende eeuw voor Vermeer ondenkbaar en on-
voorstelbaar geweest zouden zijn.

Marc Le Mené, “Chambre mentale”, 2017
Galerie Vrais Rêves, Lyon

“L’exposition « Chambre mentale » à la galerie lyonnaise Vrais Rêves est
consacrée à une série photographique que Marc Le Mené poursuit depuis
vingt ans, et qui est consacrée aux constructions de l’esprit, des plus
invraisemblables aux plus cauchemardesques. Près de 250 clichés en
noir et blanc aux accents surréalistes invitent à une passionnante ex-
ploration de l’imaginaire”.

Op YouTube is deze video te zien van een opening van een tentoonstel-
ling met fotowerken van Marc Le Mené en een andere foto-kunstenaar
Mari Mahr in het Institut Francais in Budapest:

Eveneens op YouTube deze video: “How Joseph Cornell became an
artist”, van de Royal Academy in Londen::