George Steiner over “Le Philosophe Lisant” van Chardin en de Stilte van Vermeer

De onlangs op 90-jarige leeftijd overleden Brits-Joodse literatuurweten-
schapper en cultuurfilosoof George Steiner geeft een indringende beschou-
wing over het schilderij “Le Philosophe Lisant” van Chardin in de VPRO-
serie Van de Schoonheid en de Troost van Wim Kayzer uit 2000, geheel
in de geest van Vermeer.

“Concentration
is the natural piety
of the soul”
Malebranche

Le Philosophe Lisant , Jean Simeon Chardin , 1734, Musée du Louvre,
Paris.
Jean Simeon Chardin (1699-1779) wordt wel de achttiende eeuwse franse
Vermeer genoemd. Chardin wordt vaker vergeleken met Johannes Vermeer om
de manier waarop ze beiden op een poëtische manier de intimiteit van het
dagelijkse leven in een binnenkamer hebben weergegeven in hun schilde-
rijen. Vermeer schilderde vooral interieurstukken met figuren, Chardin
maakte naast zijn figuurstukken ook veel stillevens.

George Steiner spreekt in het interview over Chardin:
“De sfeer van stilte. Chardin kan stilte schilderen. Niet veel schilders
kunnen dat. Vermeer kan het nog beter. Hij schildert er een muziekinstru-
ment bij, wat de stilte nog meer benadrukt. Chardin maakt door het licht
de stilte tastbaar. Zoals op dit glorieuze schilderij. Het hangt in het
Louvre. Als ik in Parijs ben, kijk ik altijd even of hij de bladzijde
heeft omgeslagen. Hij neemt zijn tijd”.

Le Philosophe Lisant van Chardin naast de Geograaf van Johannes Vermeer
in Frankfurt. Bij Vermeer speelt het licht een nog grotere rol, bijna als
een zelfstandig personage.
“Chardin heeft de concentratie prachtig gevangen. Dat is wederom wat de
meesters ons leren: Malebranche heeft ooit gezegd dat concentratie de
natuurlijke vroomheid van de ziel is. Dat probeer ik als leraar mijn
studenten in te prenten. Je hoeft niet gelovig te zijn om vroom te zijn.
Je bent ook vroom als je je op iets moeilijks en fascinerends concen-
treert en probeert om het in je op te nemen. We beschouwen zoveel dingen
als vanzelfsprekend, maar de kracht van de verbeelding die van de pagina
afstraalt, blijft me diep verbazen.”

Vermeer heeft merkwaardigerwijs nooit een figuur afgebeeld, die een boek
leest. Rembrandt vele malen. Het lezen van een boek zou heel vanzelfspre-
kend in Vermeer’s beeldidioom passen. De vrouwen van Vermeer lezen en
schrijven hun liefdesbrieven. De kamergeleerden bij Vermeer bestuderen
een hemelglobe of zijn met landkaarten en een passer bezig. Voor Vermeer
staat de liefde boven de wetenschap.
Ja, er komen wel degelijk boeken voor in Vermeer’s schilderijen, met name
in zijn late periode. Het lezen van een boek is voor hem echter nooit een
op zichzelf staand onderwerp voor een schilderij. Wellicht achtte hij een
boek in artistiek opzicht en als stillevenvoorwerp niet interessant ge-
noeg als centraal beeldelement en verkoos hij liever een kostbare fraaie
hemelglobe, zoals hier in De Astronoom uit het Louvre. Als kunstverzame-
laar had hij een geoefend oog en voorkeur voor mooie en zeldzame dingen.
We weten dat Vermeer zich wel als kunstenaar in zijn beeldconcepten di-
rect liet inspireren door emblemata-boeken, zoals Ripa’s Iconologia en
Otto Vaenius’ Amorum Emblemata.

Bij Rembrandt is het lezen van een boek een regelmatig terugkerend mo-
tief. Zoals in dit schilderij: Oude Vrouw Lezend. Of de beroemde Lezende
Oude Vrouw van zijn leerling Gerrit Dou, de Leidse fijnschilder.
De bijbellezende vrouwen van Rembrandt doen mij altijd aan mijn eigen
moeder denken…..

“Alles wat ik in mijn werk probeer te doen, en wat ik als leraar en als
mens heb proberen door te geven, vind je terug in het schilderij ‘Le phi-
losophe lisant’ van Chardin. Alles in dat schilderij heeft te maken met
het wonder en het mysterie van het lezen” , aldus George Steiner. Le Phi-
losophe Lisant van Chardin lijkt met name geïnspireerd door Rembrandt.
Het is zelfs zeer de vraag of Chardin in de eerste helft van de acht-
tiende eeuw überhaupt ooit originele werken van Vermeer met eigen ogen
gezien heeft, hoewel de artistieke verwantschap onmiskenbaar is.


Malebranche: “Concentration is the natural piety of the soul “ – Concen-
tratie, aandacht is de natuurlijke vroomheid van de ziel.
Dit prachtige citaat van de franse filosoof Malebranche, aangehaald door
George Steiner in zijn bespreking van het schilderij Le Philosophe Li-
sant van Chardin, raakt voor mij de kern van de schoonheid van Vermeer:
“In quiet light and concentration”. Concentratie als een natuurlijke
zone, waarin de ziel onopzettelijk en ongezien in een zuivere toestand
van aandacht zichzelf kan zijn. De wereld van Vermeer is voorbij alle
woorden. Alles draait om kijken. Alles is licht. “Vermeer is licht”.

Bij de Dentellière van Vermeer moet ik altijd denken aan mijn allereerste
vriendin Ellie…….

“Anagnorisis – the shock of recognition, the comet light, the flash……
it happens, a moment, an epiphany……. when the light shines through life”,
om Steiner nog eens aan te halen. Voor veel Vermeer-liefhebbers is Ver-
meer liefde op het eerste gezicht en een liefde voor het leven.


Bij Vermeer is er altijd sprake van een handeling in meditatieve stilte,
van actie binnen contemplatie. Stilte en concentratie, die in een straal
van licht bijna tastbaar worden.
Hij wisselt staande en zittende figuren af. Staan is een actieve houding,
zitten een meer contemplatieve houding. Vermeer’s figuren zijn verstild,
maar altijd verdiept in een actieve bezigheid. Wakker, alert. Ze stralen
een positieve, helder aandachtige, sprankelend verstilde energie uit.
Heel erg Zen. Een alledaagse handeling wordt tot een bijna religieus
ritueel. Vermeer’s kunst lijkt een geschilderde definitie van een ul-
tiem levensideaal: het leven is licht, kleurrijk en doorzichtig.

Vermeer’s kleine Dentellière in het Louvre in Parijs is een wonder van
licht en concentratie.
In veel figuurstukken van Vermeer kruisen twee grote diagonalen elkaar
in het beeldvlak; de diagonaal van het licht en die van de concentratie.
Een eenvoudig maar heel mooi en effectief compositieschema. Andere klas-
sieke voorbeelden zijn De Melkmeid en de Dame met Weegschaal. De licht-
diagonaal volgt de lichtstraal, die vanuit het hoge raam schuin naar
beneden de kamer instroomt. De concentratiediagonaal volgt de blikrich-
ting vanuit de vrouw, van haar ogen via haar handen naar het stilleven.
Deze twee diagonalen vormen de ruggegraat van een typische Vermeer.

Een paar losse citaten van George Steiner in een artikel in The Guardian
naar aanleiding van de tentoonstelling Vermeer and the Delft School in de
National Gallery in Londen in 2001:
“Stratford, Eisenach, Delft: the provincial, the small communities from
which spring the titans – a Shakespeare, a Bach, a Vermeer”.
Mijn persoonlijke “helden” zijn allen kunstschilders, die in de betrek-
kelijke luwte van een kleine provinciestad hun meesterwerken schilderden:
Vermeer in Delft, Cézanne in Aix, Georges de la Tour in Luneville, Edward
Hopper in Cape Cod, Morandi in Bologna.

“The production in Delft of illuminated manuscripts dating back to the
fourteenth century can be felt to anticipate Vermeer’s concentration on
’the holiness of the minute particular'”.
“Time Sanctified” is de mooie titel van een publicatie van Roger Wieck
over middeleeuwse getijdenboeken; woorden, die ook van toepassing zijn
op Vermeer: een straaltje melk, dat voor altijd blijft stromen in een
eeuwig geheiligd ogenblik – Time Sanctified.

“Yet time and again, one returns to Vermeer with a distinct sense of
the incomparable. Paintings such as The Milkmaid of 1657, his masterpiece
The Art of Painting of the mid-1660s or the Girl With a Pearl Earring
have been written about prodigally by historians of art, by critics, by
men and women spellbound. They continue to defy paraphrase of any kind,
even in Proust. They suggest privacies, domesticities of the human soul
seemingly inaccessible to others”.

“There is an aura of concentrated peace, a gathering of light, which are
perhaps matchless”.
George Steiner heeft ook een waarschuwend woord voor de artistieke
crisis in de hedendaagse doorgedraaide kunstwereld, waar geld en hebzucht
het lijken te winnen van echte kwaliteit en creativiteit:
“But there is sadness as well, and an intimation of irreparable loss.
What would Vermeer make of the brutal trash, of the self-advertising cli-
chés which currently pass for art? Just what has made impossible for us
the creation, the communication of the weight, of the radiance of things
and of their human custodians so abundant in Vermeer?
Whom are we fooling but ourselves?”

Misschien ligt een begin van een antwoord op deze vraag besloten in de
woorden van de grote duitse schrijver Johann Wolfgang von Goethe:

“Der Humor ist eins der Elemente
des Genies,
aber sobald er vorwaltet,
nur ein Surrogat desselben;
er begleitet die abnehmende Kunst,
zerstört, vernichtet sie zuletzt”

“De humor is een der elementen
van genialiteit;
maar zodra hij alles overheerst, slechts
een surrogaat ervan;
hij vergezelt de afnemende kunst,
vernielt ze, vernietigt ze ten slotte”

Of zoals Israel Zohar het verwoordt:
“Sadly the concept of the ideal has disappeared from modern life”.


In mijn eigen woorden: deze tijd heeft meer “Vermeer” nodig, maar is niet
meer in staat “Vermeer” voort te brengen; of zoals Paul Simon zingt: “we
believe we’re gliding down the highway, when in fact we’re slip-sliding away”.
Internet-humor is leuk voor een keer, maar oppervlakkigheid gaat snel
vervelen. “Banality” van Jeff Koons is een handig kunstmarketing-product
van een geldgedreven decadente kunstmarkt, waarin artistieke kwaliteit en
integriteit er steeds minder toe doen. Bepaald geen kunst waar toekom-
stige generaties naar zullen opzien……. George Steiner slaat de spijker
op z’n kop: “Whom are we fooling but ourselves ?”

Deze video is te zien op YouTube met George Steiner over het schilderij
“Le Philosophe Lisant” van Chardin uit de VPRO-serie Van de Schoonheid
en de Troost van Wim Kayzer uit 2000: