Dame en Dienstbode – De Liefdesbrief in het Oeuvre van Vermeer

Van de vijfendertig Vermeer-schilderijen zijn er zes gewijd aan het thema
van De Brief; het schrijven en lezen van liefdesbrieven door vrouwen.
Vermeer’s briefschilderijen zijn een ode aan de liefdesbrief. En aan de
vertrouwensrelatie tussen dame en dienstbode in aangelegenheden van de
liefde.

“Haar stilte is de mijne.
Haar ogen, ze zijn de mijne.
Toen ik haar voor het eerst zag,
voelde ik meteen – zij is het ….
mijn vrouw”
Marc Chagall


Johannes Vermeer schilderde een zestal werken gewijd aan het in de zeven-
tiende eeuw enorm populaire thema van de liefdesbrief. In drie werken is
de vrouw alleen, zoals de Briefleserin in Dresden of de Brieflezende
Vrouw in Blauw in het Rijksmuseum; in drie andere in gezelschap van haar
dienstbode, zoals in bovenstaand schilderij Mistress and Maid in de
Frick Collection in New York.
Vermeer’s liefdesbrief-schilderijen ogen als een “film still”, een stil-
gezet beeld uit een filmscene: wat eraan vooraf ging en en wat erna zal
gaan gebeuren, laat Vermeer als regisseur subtiel in het ongewisse. De
beschouwer kan er zijn eigen film op projecteren. De onbestemdheid van
de situatie versterkt de poëtische sfeer in het schilderij en verleent
de anonieme briefleester of -schrijfster een geheimzinnige uitstraling.
Met af en toe de dienstbode als de “postillon d’amour”.

Vermeer’s Brief-schilderijen laten ruimte voor zeer uiteenlopende inter-
pretaties, suggesties en speculaties. Dat het om een liefdesbrief gaat,
lijkt wel duidelijk, maar wat hier precies gebeurt, blijft onzeker. Van
wie is de brief ? Wat staat er in de brief ? Welke gevoelens roept de
brief op ? Veel vragen, geen antwoorden. De brief als metafoor voor het
geheim van de liefde. De envelop, waarin het geheime liefdesleven van
de vrouw besloten ligt. De brief, waarin het antwoord op de grote
levensvraag verborgen ligt: liefde of geen liefde.

Vermeer is een meester in suspense. Is de brief van haar man uit verre
landen voor zijn trouwe echtgenote, die geduldig thuis wacht tot hij
terugkomt ? Of is de brief van een geheime minnaar gericht aan een over-
spelige gehuwde vrouw ?
Wordt haar liefde beantwoord of afgewezen ? Is er sprake van oprechte
liefde of van overspel ? Het blijft een intrige vol onuitgesproken,
geheime verlangens. Zo was er in de zeventiende eeuw sprake van litterae
amatoriae sine nomine auctoris – anonieme liefdesbrieven van een ge-
heime minnaar. Geheime verlangens. Een geheime, verboden liefde. En het
geheim ligt besloten in de voor eeuwig ongeopende brief, waarvan wij
de inhoud nooit zullen kennen.
Onder de serene beelden van Vermeer gaat een innerlijke strijd schuil
tussen deugd en ondeugd, tussen gevoel en verstand. Hij schildert zowel
bordeelscenes als toonbeelden van huwelijkse trouw. In zijn kleine
oeuvre passeren alle vormen van liefde de revue: van de betaalde liefde
tot de oprechte, zuivere, hoofse liefde, van schaamteloze lust tot
zuiver platonische liefde.
In de schoonheid van Vermeer lijken de vragen over goed en kwaad in
de liefde op te lossen in iets hogers: het licht zelf.

Door de spectaculaire groei van geletterdheid in de Republiek der Vere-
nigde Nederlanden, konden ook gewone vrouwen voor het eerst hun gevoelens
toevertrouwen aan het papier. Ego-documenten zoals geschreven brieven,
dagboeken en persoonlijke gedichten waren wijd verspreid in de aristo-
cratische cultuur.
Handleidingen voor het schrijven van brieven geschreven in alledaags
nederlands vonden gretig aftrek. Ze boden voorbeelden voor kalligrafie,
de kunst van het schoonschrijven, maar ook voor inhoud, stijl en compo-
sitie. Het kon niet uitblijven dat het schrijven van brieven een geliefd
onderwerp zou gaan worden voor schilders van genretaferelen zoals Vermeer.
De brief vestigt de aandacht op de gedachten, gevoelens en persoonlijke
omstandigheden van de in het schilderij afgebeelde vrouw, evenals die van
haar onzichtbare afwezige minnaar. Juist omdat de beschouwer nooit de
inhoud van de brief zal kunnen lezen. Toch was de liefdesbrief lang niet
zo onschuldig, als ze op het eerste gezicht leek te zijn. De “litterae
amatoriae” konden aanleiding zijn voor een juridisch steekspel. Een lief-
desbrief kon immers dienen als bewijs van een illegaal verbroken huwe-
lijksverloving of een bewijs van overspel, als iemand al getrouwd was.

Cupido met boodschapper, uit Otto Vaenius, Amorum Emblemata, Antwerpen,
1608
Hoewel er in de zeventiende eeuw al een uitgebreid systeem van postbezor-
ging bestond, was de privacy en betrouwbaarheid ervan nog verre van ge-
waarborgd. Welgestelde dames vertrouwden hun liefdesbrieven liever toe
aan een betrouwbaar dienstmeisje als discrete postilllon d’amour om haar
brieven te versturen en te ontvangen.

De Haagse dichter Jacob Westerbaen gaf vrouwen, in navolging van de Ars
Amatoria van Ovidius, de liefdesraad om “je geest te tonen in brieven” en
de bezorging van hun brieven toe te vertrouwen aan een daarvoor geschikte
dienstmeid. De aanwezigheid van een dienstmeid in Vermeer’s schilderijen
is vanzelfsprekend, omdat in de populaire literatuur, theater én in de
genreschilderkunst de dienstmeid fungeert als een belangrijke vertrou-
wenspersoon in de amoureuze aangelegenheden van haar meesteres.

Veel handleidingen voor de minnekunst raadden welgestelde dames aan om
hun dienstmeisje te gebruiken als boodschappers in hun relaties, met name
met het oog op het bezorgen van brieven.
Tussen de tien en twintig procent van alle huishoudens had een dienstmeid.
De meeste dienstbodes in Vermeer’s schilderijen zijn afgebeeld in een
overwegend neutrale houding. Vermeer’s meesterwerk De Melkmeid is mis-
schien het meest liefdevolle schilderij van een dienstmeid ooit in de
hele schilderkunst. Het schilderij verheft haar tot een waardigheid en
achting, die doorgaans alleen voorbehouden bleef aan een dame uit de
hogere sociale klasse. Een verheffing van de nederige vrouwen van weleer,
die door niemand gezien werden.

Cupido bezorgt een liefdesbrief aan een schrijvende dame.
Embleem uit: Jan Harmensz. Krul, Pampiere wereld, Amsterdam 1644

Zeventiende-eeuwse schilderijen van brieflezende of briefschrijvende
vrouwen gaan in wezen over twee gescheiden werelden – de wereld van de
briefschrijvende of brieflezende vrouw in het schilderij en de wereld
van de onzichtbare man, de afwezige minnaar. Deze schilderijen blijven
ons boeien, omdat we de inhoud van de brieven nooit zullen kennen.
Hoewel het idee is ontstaan dat persoonlijke brieven werden geschreven
door vrijers of geliefden, laat recent onderzoek zien dat door vrouwen
geschreven brieven over een veel breder scala van onderwerpen gaan dan
alleen de liefde. Veel brieven hadden veeleer tot doel om sociale
contacten te versterken of vriendschappen te onderhouden.
Zeventiende eeuwse moraliserende emblemata-boeken als die van Jacob
Cats karakteriseren het schrijven van liefdesbrieven overigens als een
ijdel tijdverdrijf en vermaanden de lezer dat alle wereldse ijdelheid
slechts vergankelijk is.


In De Liefdesbrief worden de dame en haar dienstmeid, die direct oog-
contact hebben, afgebeeld in een subtiele omkering van hun verhouding
op grond van hun sociale status. De dienstmeid kijkt neer op haar mees-
teres in een ontspannen natuurlijke houding. De meesteres daarentegen
is gedwongen naar haar op te kijken als ze onzeker en zenuwachtig de
gelaatsuitdrukking van haar dienstmeid probeert te peilen, die kenne-
lijk meer weet over de inhoud van de brief dan zij zelf.
De vluchtigheid van het moment van hun ontmoeting wordt versterkt door
het gebaar van de meesteres waarmee ze de ongeopende zojuist ontvangen
brief nog even omhoog houdt.
De houdingen van de Dienstbode en Briefschrijvende Dame uit Dublin
stralen eerder afzondering uit. De twee vrouwen kijken ieder een andere
kant uit. De dienstmeid kijkt naar buiten door het raam, haar blik af-
gewend van haar meesteres, in een poging zich af te sluiten voor de
ongemakkelijke situatie terwijl haar meesteres in een emotionele opwel-
ling een antwoord schrijft op de brief die ze zojuist haastig op de
tegelvloer heeft gesmeten. Met haar armen over elkaar houdt de dienst-
meid haar gedachten voor zichzelf. De twee vrouwen blijven in hun eigen
afzondering, zowel in het schilderij als in gedachten.
Hoewel Vermeer’s schilderijen ogen als rechtstreekse afbeeldingen van de
werkelijkheid, zijn ze in feite het resultaat van een zorgvuldig geregis-
seerde scene en ingenieus geconstrueerde compositie vanuit een vooraf
gekozen thema. In zijn schilderijen zijn werkelijkheid en schilderkunst
met uitzonderlijk meesterschap in elkaar verweven, waarbij deze elkaar
op subtiele wijze versterken. Bijzonder geslaagd is het sub-thema, dat
de relatie tussen meesteres en dienstmeid betreft, die tot verschillende
sociale klassen behoren. Deze assymetrische relatie lijkt Vermeer bij-
zonder te hebben geboeid, omdat hij dit thema meerdere keren heeft uit-
gewerkt.
Een treffende vergelijking tussen De Liefdesbrief en Briefschrijvende
Dame met Dienstbode laat zien dat Vermeer in beide schilderijen de
dienstmeid achter haar meesteres heeft geplaatst, en dat de meesteres
in het beeldvlak lager is geplaatst dan haar in sociaal opzicht onder-
geschikte dienstmeid. Vermeer lijkt hier te spelen met het bijbel-
woord: wie zichzelf verheft, zal vernederd worden, maar wie zichzelf
vernedert, zal verheven worden.



Lady Writing a Letter with her Maid – National Gallery of Ireland, Dublin
Op de tegelvloer ligt een verfrommelde brief, een rood lakzegel en een
zegelstaafje. De prachtig in het licht gezette briefschrijfster is bezig
een brief te schrijven, ogenschijnlijk als antwoord op de voor de tafel
op de vloer gesmeten brief. Haar dienstbode wacht op gepaste afstand en
kijkt door het raam naar buiten. Om zometeen de brief waar de dame mee
bezig is in ontvangst te nemen en te gaan bezorgen. De verfrommelde
brief op de grond heeft een onbekende inhoud, die de dame duidelijk niet
welgevallen is. Verborgen hartstochten in een verstilde wereld, waarin
alleen het licht van Vermeer lijkt te spreken.
Volgens een andere interpretatie kan het papier op de vloer ook een
handleidingboekje voor liefdesbrieven zijn, dat de briefschrijfster heeft
weggegooid, omdat ze besloten heeft recht vanuit haar eigen hart te
schrijven. Volgens de franse schrijver en filosoof Jean-Jacques Rousseau
is een “goede liefdesbrief een brief die we moeten beginnen zonder te
weten wat we willen zeggen en eindigen zonder te weten wat we hebben
geschreven”.


De Mistress and Maid in de Frick Collection in New York heeft een voor de
liefdesbrief-schilderijen van Vermeer een ongebruikelijk groot formaat.
De dame in het gele jakje is bezig een brief te schrijven, waarop haar
dienstbode binnenkomt om haar een nieuwe brief te bezorgen. De dame kijkt
haar dienstmeid aan met een onzeker, wijfelend gebaar van haar hand op
het puntje van haar kin. Alsof Vermeer wil zeggen dat de liefde ook
voor rijke dames in hun mooie luxueuze interieurs een onzeker en ongewis
avontuur kan zijn, en dat de echte liefde zich niet laat dwingen, ook
niet met rijkdom en geld. Ook hier is de inhoud van beide brieven voor
altijd onbekend. Het raadsel van de liefde blijft.


De Liefdesbrief, Rijksmuseum Amsterdam
Het thema van de Dame met Dienstbode was een geliefd onderwerp in de Hol-
landse genre schilderkunst. Zowel in het grote doek Dame en Dienstbode in
de Frick in New York als in de Liefdesbrief in het Rijksmuseum vangt Ver-
meer op meesterlijke wijze het moment waarop een dienstbode een brief
aflevert aan haar meesteres, een liefdesbrief naar men aanneemt. In de
Liefdesbrief verraden de wrange glimlach en de vragende gezichtsuitdruk-
king van haar meesteres haar onzekerheid in de liefde ondanks haar rijke
luxueuze leventje. Om de dubbelzinnigheid van het moment te benadrukken,
voegt Vermeer een wasmand toe, een naaikussen, ochtend-pantoffels, een
bezem en een verkreukeld stuk bladmuziek, die zomaar lijken rond te slin-
geren in een rommelige wanorde. De vrouw des huizes heeft haar huishouden
duidelijk niet meer op orde, omdat ze te veel in beslag wordt genomen
door amoureuze zaken.



De Lady Writing a Letter in Yellow uit Washington richt zich nadrukkelijk
op de “vierde wand” in het Vermeer-theater: ze kijkt de beschouwer recht
in de ogen en maakt hem deelgenoot van de scene. Alsof de brief, die ze
bezig is te schrijven, voor hem bedoeld is. Ze heeft zich mooi opgemaakt,
met haar gele jakje afgezet met hermelijnbont, witte linten gevlochten
in haar haar en haar parel oorhangers. Een lichte glimlach speelt om
haar lippen. De beschouwer is geen buitenstaander of voyeur meer, maar
maakt zelf deel uit van de liefdesbrief-scene: hij is de beminde. Het
gele jakje met hermelijn komt vaker voor in Vermeer’s schilderijen en
behoorde toe aan zijn vrouw Catharina, zoals blijkt uit de inboedel-
inventaris na Vermeer’s overlijden in 1675. Het schilderij wordt door
sommigen gezien als een portret van zijn vrouw Catharina.


Vermeer’s Briefleserin am Offenen Fenster uit Dresden ondergaat momenteel
een ingrijpende restauratie, waarbij onder de grijzige muurpartij een
groot Cupido-schilderij wordt blootgelegd. Dat schilderij zou nadrukkelijk
met opzet door Vermeer zelf in de compositie zijn opgenomen, en door een
latere hand weer zijn overschilderd. Dit heeft grote gevolgen voor de
interpretatie van de afgebeelde brief-scene. Het Cupido-schilderij staat
immers symbool voor de oprechte huwelijkse trouw voor één liefdespartner.
Het raam staat wagenwijd open en lijkt door een stormwind met het gordijn
eroverheen opengewaaid. Ook het tafelkleed met fruitschaal oogt ruw
opzij geschoven. Alsof een hevige hartstocht bezit heeft genomen van de
binnenkamer. De half opengesneden vrucht uit de halfomgevallen fruit-
schaal staat symbool voor de overspelige liefde. Het opengeschoven gor-
dijn lijkt een geheim, verboden liefdestafereel te onthullen. Is de brief
die zij leest van haar geheime minnaar en is het Cupido-schilderij een
aansporing om trouw te blijven aan haar eigen man, met wie ze getrouwd
is ? Voelt de mooie Briefleserin zich eenzaam, onvrij en opgesloten in
haar eigen binnenkamer, en wil ze daaraan ontsnappen naar de vrijheid
die buiten lonkt ? Lang werd aangenomen dat het Cupido-schilderij door
Vermeer zelf werd overschilderd, omdat hij het achteraf overbodig achtte
en de verborgen boodschap hiermee te nadrukkelijk prijsgaf. De restaura-
tie is nog niet afgerond. Zelf ben ik er niet van overtuigd, dat de
Briefleserin met het Cupidoschilderij opgenomen in de compositie een
beter schilderij zal zijn geworden. Ik hou van de leegte bij Vermeer.
Van een onderhuidse spanning door een verborgen boodschap is dan eigen-
lijk geen sprake meer. De betekenis van het tafereel wordt dan in feite
in het schilderij zelf al geheel en al op ondubbelzinnige wijze uitgelegd.
Het wegschilderen van de Cupido past juist heel erg bij het soort artis-
tieke keuzes die Vermeer in zijn oeuvre maakt. De subtiele spanning van
verborgen dubbelzinnige boodschappen in glasheldere, serene beelden.


De Brieflezende Vrouw in Blauw in het Rijksmuseum is geheel in beslag
genomen in het lezen van de brief, die ze stevig met beide handen vast-
houdt. De beschouwer wordt door tafel en stoel buitengesloten. Alles
wijst erop dat dit niet zomaar een brief is, maar een liefdesbrief. De
hele zorgvuldig afgewogen compositie draait om die ene brief. Het is
alsof die ene brief haar hele verdere leven zal gaan bepalen. De brief
is voor haar le moment décisif, waarover de grote fotograaf Henri
Cartier-Bresson spreekt. Het meest beslissende moment in haar leven:
liefde of geen liefde. Vermeer roept die intense sfeer op met zuiver
picturale middelen, zonder op emotie te spelen. Daarin toont hij zich
een ongeëvenaard meester.

“Son silence est le mien .
Ses yeux, les miens.
Je sentis que c’était elle….
ma femme”
Marc Chagall

De in inkt gedoopte zwarte punt van de ganzenveer, die de dame heeft
neergelegd om de zojuist binnengekomen brief uit handen van haar
dienstbode in ontvangst te nemen, is duidelijk zichtbaar. Op de openlig-
gende brief zijn duidelijk ongeveer tien geschreven regels te zien,
weergegeven door delicate toetsen van lichtgrijze verf.

Vanaf ongeveer 700 n. Chr. was de ganzenveer het meest gebruikte schrijf-
gerei tot de 19e eeuw, om daarna vervangen te worden door de kroontjespen
en de vulpen. Veren van de rechtervleugel hadden de voorkeur, omdat ze
naar rechts gebogen waren, weg van de hand van de doorgaans rechtshandige
schrijver. Ganzenveren moesten regelmatig aangescherpt worden met een
speciaal pennemes. Ze gingen ongeveer een week mee en moesten daarna
worden vervangen. Een handgesneden ganzenveer is nog steeds het ideale
schrijfgerei voor kalligrafie, omdat het scherpe lijnen trekt maar soe-
peler en buigzamer is dan een metalen pen.
De gebruikte inkt was galinkt, een samenstelling van ijzerzouten, gal-
noten en gom. Ondanks de nadelen van geleidelijke vervaging en “inktvraat”
(aantasting van het papier), was galinkt in heel Europa in gebruik en
zeker ook in het Holland van de zeventiende eeuw.
Door de steeds uitgebreidere overzeese handel, werd de oostindische inkt
in Holland geïntroduceerd, die al snel de meest gebruikte inkt werd voor
officiële documenten, vanwege haar duurzaamheid en diepere tint. Bij na-
dere bestudering zijn de Vermeer-documenten (met de signaturen van Ver-
meer en zijn vrouw Catharina) geschreven met de door juristen als Willem
de Langue gebruikte inkt, die waarschijnlijk een oostindische inkt was.
De tint van deze inkt is helder en donker, zonder de bruinige vervaging
van de galinkt en zonder zichtbare aantasting van het papier (inktvraat).


Vermeer beeldt tweemaal een zilveren inktstel af in een brief-schilderij:
in de Mistress and Maid in de Frick Collection in New York en in de Brief-
schrijfster in Geel in de National Gallery of Art in Washington.

Een zilveren inktstel uit de zeventiende eeuw, met een inktpot en een
zandstrooier met fijn zand om overtollige natte inkt op te nemen en weg
te blazen.

Deze handgeschreven zakelijke overeenkomst met Johan van Santen uit 1655,
werd zowel door Vermeer als zijn vrouw Catharina Bolnes ondertekend. Van
Vermeer zelf zijn helaas geen persoonlijke brieven bewaard gebleven.

Een brief met een stempelzegel van de afzender in rode lak/was. Met een
zegelstempel werd in verwarmde rode was een persoonlijk familiezegel af-
gedrukt om de opgevouwen brief of envelop af te sluiten. Het zegel diende
als verificatie dat de brief nog ongeopend was en om de identiteit van
de afzender te waarborgen. De rode kleur komt van het vermiljoen, dat
door de vloeibare was werd gemengd.

Ook andere genreschilders uit de tijd van Vermeer wijdden zich aan het
thema van de liefdesbrief. Zoals Gerard Ter Borch’s prachtige Brief-
schrijfster uit 1655 in het Haagse Mauritshuis.
In de National Gallery in Dublin bevinden zich twee schitterende Gabriël
Metsu’s: Briefschrijvende Jongeman en Brieflezende Vrouw, twee pendanten
uit 1665. Van al zijn tijdgenoten komt Metsu hier het dichtst bij de
serene blik en geniale heldere composities van Vermeer.

Wanneer we aan de vrouwen van Vermeer denken, zien we vaak gelaatsuitdruk-
kingen van ingetogen concentratie en verstilling, zonder zichtbaar drama
en emotie. Met name in de schilderijen met dame en dienstbode zien we
die emotie echter wel op het gezicht van de dame: de onzekere, vragende
blik van de dame in De Liefdesbrief, het onzeker wijfelende gebaar van
haar hand in de Mistress and Maid in de Frick.

De franse en nederlandstalige editie van Le Secretaire à la Mode van Jean
Puget de la Serre uit 1650 was de meest populaire handleiding voor het
schrijven van brieven in de hogere kringen in de zeventiende eeuw. Ook
de literatuur uit de Gouden Eeuw getuigt van de allure en mystiek van het
schrijven van brieven.
Frans was de voertaal in de geschreven correspondentie in de hogere
standen. Ook voor het schrijven van liefdesbrieven waren diverse hand-
leidingen in omloop.

Rainer Maria Rilke geeft in zijn Briefe an einen jungen Dichter een wijze
raad aan een jonge kunstenaar, die geheel in lijn ligt met de langzame
en bedachtzame artistieke zoektocht van Vermeer:
“De Kunst is alles rustig en ongestoord tot ontwikkeling te laten komen,
een ontwikkeling die, zoals iedere vooruitgang, diep van binnenuit moet
komen en door niets kan worden opgejaagd of bespoedigd. Alles moet eerst
op natuurlijke wijze tot wasdom komen. Dan wordt er in tijd niet gemeten,
een jaar doet er niet toe, en tien jaar zijn niets: niet rekenen, niet
tellen: geduld is alles !”

Vincent van Gogh schrijft in een brief aan zijn broer Theo over de Brief-
lezende Vrouw in Blauw van Vermeer in het Rijksmuseum:
“….ken je een schilder, Vermeer, die een zeer mooie Hollandse dame heeft
geschilderd ? Het palet van deze vreemde schilder is: zachtblauw,
citroengeel, parelgrijs, zwart-wit. Op zijn zeldzame schilderijen bevindt
zich alle rijkdom van een compleet palet; maar de rangschikking, citroen-
geel, zachtblauw, parelgrijs is bij hem even karakteristiek als het zwart-
wit, grijs en roze dat is bij Velazquez….. Die Hollanders hadden bijna
geen voorstellingsvermogen of fantasie, maar enorm veel smaak en kennis
van indeling…..”


Compositie nr. II met geel en blauw van Piet Mondrian uit 1929 naast
Vermeer’s Brieflezende Vrouw in Blauw in het Rijksmuseum in Amsterdam.
Het evenwicht tussen negatieve en positieve vormen en de geometrische
ordening van rechthoeken geven een duurzame stevigheid aan de compositie.
Beide werken zijn ingebed in een harmonisch kleurakkoord van blauw en
geel. De strenge geometrie en de uiterst gevoelige weergave van het
licht vormen bij Vermeer een fraai contrast.
Het is alsof de stok van de landkaart haar hart doorboort als een pijl
van Cupido, net als de inhoud van de brief die ze leest, En alsof haar
gedachten aan haar geliefde als rookslierten uit haar hoofd opstijgen
en meegevoerd worden over de oplichtende “brede rivieren die traag door
oneindig laagland gaan” op de landkaart van Holland, naar haar man, ver
weg op zee. Het schilderij is een gedicht. Vermeer’s kleine, bedrieg-
lijk eenvoudige schilderijen zijn als Japanse haiku’s. In zijn beste
momenten heeft Vermeer een uitstraling, die aan Zen doet denken. Een
bekend gezegde binnen Zen is: “Toen ik met zen begon, waren de bergen
gewoon bergen en rivieren gewoon rivieren; na een tijdje waren bergen
niet langer bergen en rivieren niet langer rivieren. Toen ik zen echt
begreep waren bergen weer gewoon bergen en rivieren weer gewoon ri-
vieren”. Vermeer’s beelden zijn van een glasheldere eenvoud, en
tegelijk vol diepte en geheimen.

Een hedendaags op Vermeer geïnspireerd kunstenaars-boekje is “Br.O.Nr.
– brieven met postzegels naar De Brief van Vermeer”, uit 1997.
14 bekende nederlandse schrijvers en dichters schreven hun eigen
versie van de brief die het meisje van Vermeer leest. Een boekje met
14 enveloppen, waarin 14 brieven. Voor elke brief werd een speciale
postzegel ontworpen, voor elke envelop één postzegel en daarnaast een
heel postzegelvel. Met een voorwoord van Daan Van Speijbroeck.
Deze brief met gedicht is van Victor Vroomkoning.

Op YouTube is deze jaren ’60 hit “The Letter” van de Box Tops te
horen en te zien, de liefdesbrief in de popmuziek van de jaren zestig: