“Reis door mijn Kamer” – De Maistre en Vermeer

Boek “Voyage autour de ma Chambre”, Xavier de Maistre, 1794.

“Tout le malheur des hommes
vient d’une seule chose,
qui est de ne savoir pas
demeurer en repos,
dans une chambre.”
Blaise Pascal

“Voyage autour de ma Chambre”

Toen Xavier de Maistre (1763-1852) na een verboden duel zes weken
huisarrest kreeg, nam hij die gelegenheid te baat om een reis door
zijn kamer te maken.
Zijn bevindingen legde hij elke dag vast in een afwisselend en
boeiend “reisverslag” van tweeënveertig hoofdstukken.

Na de beschrijving van de vele voordelen van zijn manier van reizen
maakt de jonge graaf de lezer op onderhoudende wijze deelgenoot van
vreugdevolle én melancholieke herinneringen, gevoelens en fantasieën
die bij hem worden opgeroepen door voorwerpen die hij op zijn weg
tegenkomt: een portret, een brief, een verdroogde roos, zijn bed.
Ook meer filosofisch getinte onderwerpen passeren de revue, zoals de
Maistres geestige uiteenzetting dat de mens een tweeledig wezen is,
bestaande uit een geest en een beest. In zijn leunstoel voor de open
haard mijmert hij over vrijheid, de liefde, de teloorgang van jeugd-
illusies en vriendschappen, en de vooruitgang van de wetenschap.

Evenzo zou Vermeer’s oeuvre van interieurstukken opgevat kunnen
worden als een “Reis door mijn Kamer” en kunnen zelfs diens enige
twee buitentaferelen – Gezicht op Delft en Het Straatje – als een
“Uitzicht vanuit mijn Raam” beschouwd worden. Het “reisdoel” van
Vermeer bevond zich bijna uitsluitend binnen in zijn atelier:
steeds keren dezelfde vertrouwde elementen in zijn kamer terug:
de bolpoottafel, de stoelen met leeuwenkopjes, het gele jakje met
hermelijn, de landkaarten, de tegelvloer, het glas-in-loodraam
links, etc. Een brief, een weegschaal, een globe, een kan melk
krijgen krijgen in deze “Reis door mijn Kamer” van Vermeer een
intense uitstraling en zeggenskracht, waarin levenloze dingen
bijna tot levende personages worden.

Waar de meeste kunstschilders van zijn generatie toch minstens één
grote Italië-reis maakten, maakte Vermeer zijn artistieke reis in
steeds dezelfde hoek van zijn Delftse atelier, thuis. Opvallend
overigens is, dat juist de “Grote Drie” van de Hollandse schilderkunst
uit de Gouden Eeuw nooit een grote buitenlandse reis hebben ondernomen:
Rembrandt bleef in Amsterdam, Hals in Haarlem en Vermeer in Delft.
De hele wereld kwam echter naar hen toe in dat gouden tijdperk, via de
schepen van de machtige zeevloot van de Republiek, die over alle
wereldzeeën uitzeilden. Vermeer kende de verre landen uitsluitend via
de landkaarten van Blaeu en Visscher in zijn eigen binnenkamer.

Was het verblijf van De Maistre in zijn binnenkamer gedwongen vanwege
zijn huisarrest, Vermeer had een groot gezin van 11 kinderen als
“handenbindertjes”.
Reizen was een kostbare luxe, die Vermeer zich eenvoudig niet kon
veroorloven. Het is verbazingwekkend hoe Vermeer tot zo’n intense
verstilling in zijn schilderijen kon komen – in wat toch een overvolle
omgeving van drukte en lawaai geweest moet zijn.

Ook andere meesters als Rembrandt, Gerard Dou en Vermeer’s Delftse
stadgenoot Cornelis de Man wijden schilderijen aan geleerden in hun
binnenkamer.

De beroemde Rembrandt-ets “Dr. Faustus” doet een beetje denken aan
Vermeer’s “Geograaf” uit Frankfurt.

Ook voel ik wel verwantschap met de schrijver Redmond O’Hanlon die
bij voorkeur in zijn studeerkamer tussen zijn boeken de grote
ontdekkingsreizigers uit de 18e en 19e eeuw als Cook, Burton,
Livingstone en Speke achterna reist, met dit verschil:
om vervolgens daadwerkelijk die reizen na te gaan maken met een
koffer vol boeken.

Of Boudewijn Büch, die leefde in twee biotopen: zijn huisbibliotheek
met zijn verzameling boeken en curiosa in een Amsterdams grachtenpand
en op reis naar de meest ver weg gelegen eilanden als Tristan da Cunha,
waar hij al sinds zijn jeugd van droomde. De grote held voor Büch was
de Duitse schrijver Johann Wolfgang von Goethe.
“Goethe is van mij” was zijn lijfspreuk…….

Het paradoxale is dat mijn eigen voorliefde voor Vermeer juist
ontstaan is tijdens een periode van vele buitenlandse omzwervingen.
De ene tegenpool trekt kennelijk vanzelf de andere aan.
Na mijn “Reiselust” leid ik momenteel een meer teruggetrokken bestaan
in mijn atelier en binnenkamer, temidden van boeken en schilderijen,
in de wereld van Vermeer……